Vanaf 6 april 1929 werd een proef gedaan met de telefoonnetten van Arnhem, Velp, Dieren en Oosterbeek, waarbij een extra cijfer (respectievelijk 2, 3, 4 of 5) voor de bestaande lokale nummers werd gevoegd, dat altijd gekozen moest worden, ook voor een lokaal gesprek. Voor een interlokaal gesprek (naar een nummer met een ander begincijfer) werden vier "tikken" berekend, voor een lokaal gesprek één tik.[1]
Op 10 juni 1934 (dus ruim een jaar nadat met de automatisering van de sector Wageningen de eerste netnummers geïntroduceerd werden) werd dit "streeknet" opgeheven en weer gesplitst in de netten Arnhem (0300), Velp (0302), Dieren (0330) en Oosterbeek (0307).[2]
Nummerplan in de jaren 1930
In 1930 werd een nummerplan ontworpen voor landelijk gebruik; dit voorzag in de indeling in de huidige telefoondistricten plus een district Beilen, dat na de oorlog opgeheven zou worden, en nog zonder Lelystad. Elk district heeft maximaal tien sectoren, met elk weer maximaal tien telefoonnetten. Er kwamen driecijferige netnummers (toen nog kengetallen genoemd), met de voorafgaande nul (het interlokaal toegangsnummer) dus viercijferig. Met het eerste cijfer na de nul koos men het district, met het volgende cijfer de sector en met het laatste cijfer het telefoonnet. Er waren echter twintig districten en doordat er maar één districtscijfer was, waren slechts negen districten automatisch bereikbaar, namelijk het eigen district en alle naburige districten. Als er nog eerste cijfers over waren dan werden niet-naastgelegen districten toegevoegd waarmee het meeste verkeer werd afgewikkeld. Het verkeer liep via groepscentrales, te weten Amsterdam, Arnhem, 's-Hertogenbosch, Rotterdam en Zwolle; de districten Amsterdam, Rotterdam en Utrecht waren vanuit alle districten bereikbaar. Men had berekend dat op deze manier 85% van de gesprekken automatisch afgehandeld zou kunnen worden. De meerkosten van de laatste 15% waren zo hoog dat men dat niet verantwoord achtte. In die jaren moest de minister deze investering goedkeuren en dat ging met dit plan al moeizaam. Voor de overige verbindingen zou de telefoniste nodig blijven. Hierdoor zou ook de asymmetrische situatie ontstaan dat bijvoorbeeld wel automatisch van Leeuwarden naar Amsterdam zou kunnen worden gebeld, maar niet in de andere richting (uiteindelijk werd deze verbinding pas automatisch na de aanpassing van het nummerplan). De nummers van de sectoren en lokale netten waren, op details na, dezelfde als in het latere nummerplan.
Dit nummerplan werd in de jaren 1933 tot 1938 gebruikt bij de automatisering van het interlokale telefoonverkeer. Zo waren de districten Amsterdam (09), Alkmaar (04), Haarlem (05) en Utrecht (07) onderling bereikbaar, maar hadden zowel Arnhem als Maastricht het nummer 03, en had ook Nijmegen het nummer 05.
Eind jaren 30
Eind 1937 besloot men om toch het hele land onderling automatisch te verbinden. Om dit mogelijk te maken werd een extra cijfer na de nul toegevoegd. Dit cijfer verschilde per groepscentrale: voor Rotterdam was dit 1, voor Amsterdam 2, 's-Hertogenbosch 4, Zwolle 5 en Arnhem 8; echter voor district Deventer 6 en voor Utrecht 3. Hier zaten vrij complexe technische redenen achter. Het daaropvolgende cijfer bleef in slechts zeven van de twintig gevallen gelijk.
Deze omschakeling vond plaats tussen maart 1938 en juli 1940. Sommige districten waren toen nog niet geautomatiseerd en kregen dus direct een nummer volgens het nieuwe plan; bij deze districten staat in onderstaande tabel het ooit toegekende, maar niet gebruikte districtsnummer tussen haakjes.
Daarmee had dus elk telefoonnet een nummer van vijf cijfers volgens een nationaal nummerplan. De districten waren technische én administratieve eenheden binnen de toenmalige PTT, met een eigen directie. Enkele districten waren echter zogenaamde "technische districten" (Alkmaar, Deventer, Eindhoven, Goes, Lelystad, Nijmegen en Venlo): zij hadden geen eigen directie en vielen administratief onder een naburig district. Het district Leeuwarden had meer dan tien sectoren en kreeg daarom uiteindelijk, vlak voor de afronding van de automatisering in 1962, nog een tweede districtscode erbij: 056.
Het duurde nog tot 29 juni 1955[13] totdat alle districten onderling automatisch bereikbaar waren, maar nog tot ongeveer 1960 was dit voor verbindingen tussen sommige districten beperkt tot de avond en het weekend ("AZZ-verkeer"), omdat er niet genoeg lijnen beschikbaar waren voor automatisch verkeer door de week overdag. In 1960 werd Scheerwolde, het laatste handmatig bediende telefoonnet dat niet 24 uur per dag bereikbaar was, geautomatiseerd, waardoor heel Nederland continu bereikbaar was geworden. Op 22 mei 1962 werd met de sector Warffum de automatisering van de Nederlandse telefoon voltooid. Na Zwitserland werd Nederland het tweede land ter wereld dat geheel automatisch bereikbaar was.
Het verzet tijdens de oorlog
Tijdens de Duitse bezetting was het nog lang niet mogelijk door het hele land automatisch te telefoneren. Pas in 1962 was heel Nederland geautomatiseerd. Het was bijvoorbeeld mogelijk automatisch te bellen van Den Haag naar Utrecht en van Utrecht naar Zwolle, maar niet direct van Den Haag naar Zwolle.
Twee telefoontechnici uit het verzet, J.H. Schuilenga en J.P. Posthuma, slaagden er eind 1942 echter in interlokale verbindingen over langere afstand mogelijk te maken. Hiervoor werd in diverse centrales illegaal apparatuur geïnstalleerd. Een verzetsstrijder in Den Haag kon dan een nummer in Utrecht kiezen waarmee hij opnieuw verbinding kreeg met een kiesregister, waarna hij een nummer in Zwolle koos. In 1943 werd dit net verder uitgebreid.
Dankzij deze clandestiene apparatuur konden verzetsstrijders veel sneller telefoneren dan via een telefoniste, en bovendien werden hun gesprekken nergens geregistreerd.[14][15]
Verkorte netnummers
In de loop der tijd kregen veel steden een verkort netnummer van drie cijfers, dat niet meer hetzelfde was als de begincijfers van het district waartoe ze behoorden. Hiervoor werden nummers gebruikt die niet in gebruik waren als districtcode (055 voor Apeldoorn werd hergebruikt van het opgeheven district Beilen).
De oudste verkorte netnummers eindigden op een nul. Er was namelijk geen districtcode die op nul eindigde. Zo was er in elke zone één verkort nummer beschikbaar[16] Rotterdam, Amsterdam en Utrecht kregen ze het eerst: 010, 020, 030, in de jaren 50. Voor 's-Gravenhage, in zone 01, was geen verkort nummer eindigend op nul, meer beschikbaar en daarom werd zone 07 gecreëerd, zodat 's-Gravenhage in de jaren 50 nummer 070 kon krijgen. Eind jaren 60 volgden Eindhoven (040) en Groningen (050). In 1967 werd besloten dat een verkort netnummer niet per se op nul hoefde te eindigen (wel moest een verkort nummer niet in gebruik zijn als districtcode) en kon Haarlem 023 krijgen. Vanaf dan volgden veel andere steden, waaronder Nijmegen (080) met het laatste driecijferige nummer dat op een nul eindigde, en de serie 071-079, verspreid over het hele land. Hekkensluiters waren Leeuwarden (058) in 1982, Zwolle (038), Sittard (046) in 1990 en Almere (036) in 1992.
De verkorte nummers lagen meestal in dezelfde zone, dat wil zeggen dat het cijfer na de nul gelijk bleef. Uitzonderingen waren Tilburg (04250 werd 013) in 1972, Hilversum (02150 werd 035) in 1976 en Zwolle (05200 werd 038) in 1983.
Veel kleine netten werden door nabijgelegen netten geannexeerd; in het algemeen gebeurde dit wanneer de bebouwde kommen van de plaatsen samengroeiden.
Notatie
Tot begin jaren 1950 werd de eerste nul van het netnummer geschreven als "K". Vroege Nederlandse automatische telefoontoestellen hadden een kiesschijf met naast de cijfers 1 t/m 9 en 0 ook nog de letters A t/m H, J en K, zodat de 0 overeenkwam met de K. Volgens sommigen stond K voor "kengetal", een term die overigens al in 1938 officieel werd veranderd in "netnummer", maar in de volksmond nog in de 21e eeuw door sommigen wordt gebruikt. Men schreef K5427-1204 voor een nummer in Haaksbergen dat in de moderne notatie 05427-1204 zou zijn. In de eerste tijd werd het netnummer vaak ná het abonneenummer geschreven, bijv.: "1204 (K5427)".
Subdistricten
In twee gevallen kregen belangrijke sectoren in een district een eigen centrale met bijbehorende netnummers.
In 1953 werd uit twee sectoren van het district 's-Hertogenbosch (041) het subdistrict Tilburg gevormd, waar de netnummers met 042 begonnen. Gesprekken voor het subdistrict 042 konden dan direct bij de eigen centrale binnenkomen. Doordat de sectornummers niet overlapten (Tilburg had bijvoorbeeld 04250 maar er was geen 04150) kon de districtscentrale ook fungeren als "overloopcentrale": bij onvoldoende capaciteit konden gesprekken alsnog via de districtscentrale 041 worden afgehandeld.
In 1967 werd de knooppuntcentrale van de sector Hilversum (0295) van het district Amsterdam (029) een subdistrictscentrale. Het toen nieuwe subdistrict Hilversum (021) werd administratief echter gevoegd onder district Utrecht (034), dat daarmee het tweede telefoondistrict werd met een subdistrict.
Dienstnummers
Begin jaren 1970 werden er in elk district netnummers ingevoerd voor intern gebruik. Deze netnummers eindigden op 01, dus in Groningen was het 05901. Hierdoor was het mogelijk een PTT-dienst in een ander district te bereiken. Door in elk district de cijfers 01 te gebruiken, kon het PTT-personeel de dienstnummers uit het hoofd kennen. Bijvoorbeeld: Wie de storingsdienst in Groningen wilde bellen, koos niet 007 (storingsdienst in het eigen district) maar 05901-107.[bron?] Om dit mogelijk te maken moesten sommige netnummers veranderd worden, bijvoorbeeld 05401 werd 05404 en 05901 werd 05900,[17] zodat 05401 en 05901 vrij kwamen voor de dienstnummers.
Decibel
In oktober 1995, met Operatie Decibel, werden de vijfcijferige netnummers afgeschaft. De sector Almelo had de primeur en was al iets eerder viercijferig geworden.
De meeste netnummers werden viercijferig, hetgeen meestal betekende dat het laatste cijfer van het netnummer verviel, zodat alle netten binnen een sector één enkel net gingen vormen.
Een uitzondering gold als er een verkort netnummer binnen de sector was — in dat geval kreeg de hele sector dat verkorte netnummer.
Vanaf Operatie Decibel was een telefoonnet ('netnummergebied') hetzelfde als een sector.
Overzicht van districts- en sectorhernummeringen
24 november 1947: sector Heerenveen van 0528 naar 0513 (van district Zwolle naar district Leeuwarden 1).
ca. 1948: sector Beilen van 0550 naar 0593 (van district Beilen naar district Groningen).
26 juni 1948: sector Assen van 0552 naar 0592 (van district Beilen naar district Groningen).
ca. 1948: sector Hoogeveen van 0557 naar 0528 (van district Beilen naar district Zwolle).
9 april 1953: sectoren Tilburg 1 en 2 van 0414 en 0415 naar 0424 en 0425 (vorming van subdistrict Tilburg).
3 september 1967: sector Hilversum van 0295 naar 0215 (vorming van subdistrict Hilversum).
1 juni 1964: district Deventer van 067 naar 057 (vrijmaken van 06-serie voor andere diensten).
19 januari 1968: sector Wolvega van 0526 naar 0561 (van district Zwolle naar district Leeuwarden 2).
Netnummers
Alleen de namen van de telefoonnetten worden genoemd. Deze naam is niet meer dan een indicatie van de locatie van het telefoonnet; meestal is dit de naam van de plaats waar de (hoofd)telefooncentrale van het net staat. Er wordt met nadruk géén opsomming gegeven van de plaatsen die door het telefoonnet bediend worden.
Zijn hieronder mutaties vermeld, dan gelden die vóór oktober 1995. Zie Operatie Decibel voor de veranderingen in 1995. De netnummers die al eerder dan 1995 waren opgeheven, staan cursief.
Na de Tweede Wereldoorlog zijn diverse netten die eerder al automatisch bereikbaar waren weer tijdelijk alleen via de telefoniste bereikbaar geweest. Dit is niet in deze lijst vermeld, omdat het netnummer in theorie hetzelfde is gebleven, maar alleen tijdelijk niet bruikbaar was. Wanneer een net tijdelijk onder een alternatief netnummer bereikbaar was, zoals in de regio Arnhem, is dit wel vermeld.
Als er een tijdsperiode voor een wijziging wordt aangegeven (bijvoorbeeld: 1949–1958), dan is dat de periode waarin de wijziging zich voltrok; gedurende die periode was dat telefoonnet vanuit verschillende districten onder verschillende netnummers bereikbaar (zie 01700, 01800, 02500, 02900, 03400, 04900 en 05900).
↑ abTot het moment van deze wijziging had district Breda nog netnummers die begonnen met 04 in plaats van 016, zie § Eind jaren 1930.
District 's-Gravenhage (017)
Van ca. augustus 1946 tot 16 december 1950 is district 's-Gravenhage vanuit de districten Amsterdam en Utrecht bereikbaar geweest via nummers van de vorm 027xx.[24][25][26]
0170 Sector 's-Gravenhage 1
01700's-Gravenhage (ca. begin 1959 vanuit district 's-Gravenhage, 19 april–24 mei 1959 vanuit alle overige districten:[27]070)
In de districtscentrale van Rotterdam stonden twee knooppuntcentrales: Rotterdam 1 (0180) en Rotterdam 2 (0189).
Op 15 mei 1968[33] zijn een aantal netnummers verplaatst van sector 0180 naar sector 0189, en op 28 februari 1969[34] een aantal andere in omgekeerde richting; waar alleen het jaartal 1968 of 1969 staat vermeld worden deze data bedoeld.
Zie ook Autotelefoon. Deze nummers zijn gebruikt in het begin van de jaren 1980 voor de vijfcijferige autotelefoonnummers. Er waren ook viercijferige nummers die bereikbaar waren met de voorvoegsels 09-311, 09-312 en 09-313 (dus beginnend met het toenmalige internationaal toegangsnummer gevolgd door het landnummer van Nederland).[70] Per 1 april 1986 wijzigden de nummers naar de serie 06-52.[71]
02931 Oproepgebied West- en Midden-Nederland (vijfcijferige nummers; zie ook 09-311; 1986: 06-524)
02932 Oproepgebied Noord-Nederland (vijfcijferige nummers; zie ook 09-312; 1986: 06-525)
02933 Oproepgebied Zuid-Nederland (vijfcijferige nummers; zie ook 09-313; 1986: 06-526)
Op 3 september 1967 is deze sector hernummerd van 0295 naar 0215.[72]
Het nummer van de sector Hilversum (dus alle nummers die met 0295 begonnen) werd in 1967 veranderd van 0295 in 0215 omdat er tijdens populaire televisieprogramma's veel met Hilversum werd gebeld. De technische verklaring zal zijn dat de centrale van het district Amsterdam overbelast raakte. De knooppuntcentrale van de sector Hilversum werd daarom in 1967 losgekoppeld van de districtscentrale Amsterdam en werd een zelfstandige subdistrictscentrale, administratief vallend onder het telefoondistrict Utrecht, in navolging van de eerste subdistrictscentrale in Tilburg (administratief vallend onder het telefoondistrict 's-Hertogenbosch).
02968Sloten (was: 02978, was deels: 02543, 1 maart 1961:[19] Sloten bij 020, naam van telefoonnet verandert in Badhoevedorp; 3 maart 1991:[60] bij 020)
Tot 28 maart 1939 begonnen de nummers in dit district met 07 in plaats van 034.
Op 1 november 1968[86] zijn er meerdere telefoonnetten heen en weer verplaatst tussen de sectoren 0340 en 0346; waar alleen 1968 staat wordt deze datum bedoeld.
040 Eindhoven (was: 04900, was deels: 04903, 04909, 04993, 04995)
District 's-Hertogenbosch (041) en Subdistrict Tilburg (042)
In de districtscentrale van 's-Hertogenbosch stonden twee knooppuntcentrales: 's-Hertogenbosch 1 (0410) en 's-Hertogenbosch 2 (0419). In de districtscentrale van Tilburg stonden ook twee knooppuntcentrales: Tilburg 1 en Tilburg 2 (0414 resp. 0415, vanaf 9 april 1953:[96] 0424 en 0425).
Op 6 juni 1969[97][98] werden meerdere netnummers gewijzigd. Waar alleen 1969 staat wordt deze datum bedoeld.
Administratief vallend onder het district Maastricht (044). Tot 24 augustus 1938 begonnen de nummers in dit district met 06 in plaats van 047.
In de districtscentrale van Venlo stonden twee knooppuntcentrales: Venlo 1 (0470) en Venlo 2 (0476). Ook in Roermond stonden twee knooppuntcentrales: Roermond 1 (0474) en Roermond 2 (0475).
Tot 7 maart 1938 begonnen de nummers in dit district met 01 in plaats van 051. Vanaf 1 augustus 1935 tot 1 januari 1948 hoorden de sectoren Heerenveen en Oosterwolde bij district Zwolle. De in 1941 ingevoerde netnummers in de sector Heerenveen begonnen toen met 528 i.p.v. 513. In Oosterwolde waren in die periode geen netnummers, volledig handverkeer. Vanaf 1 augustus 1935 tot 1 maart 1955 hoorde de sector Wolvega bij district Zwolle. De netnummers, ingevoerd in 1951, begonnen toen met 526 i.p.v. 561. Deze zijn op een latere datum gewijzigd.
Tot maart 1938 begonnen de nummers in dit district met 02 in plaats van 052.
Op 1 april 1968[136] zijn een aantal netnummers verplaatst van sector 0520 naar sector 0529, en op 1 april 1969[137] een aantal andere in omgekeerde richting; als alleen een van deze jaartallen vermeld wordt, worden deze data bedoeld.
In 1948 is dit district opgeheven en verdeeld onder de districten Groningen (059) en Zwolle (052).[150][151][152]
Het was een technisch district, administratief vallend onder district Zwolle.
0550/0593 Sector Beilen
Deze sector is in ca. 1948 hernummerd van 0550 naar 0593.
Na de oorlog is Beilen een tijdlang handmatig bediend, terwijl Orvelte en Wijster alleen lokaal automatisch werkten, en Westerbork en Hooghalen tijdelijk aan de knooppuntcentrale Assen verbonden waren.
Deze sector is in ca. 1948 hernummerd van 0557 naar 0528.
In 1948 had het net Nieuweroord enige tijd het nummer 05274 en Nieuwlande 05275,[25] terwijl op dat moment Hoogeveen tijdelijk handmatig werd bediend vanwege oorlogsschade, en Zuidwolde al het nummer 05287 had (en Echten waarschijnlijk al 05288). (De sector Emmeloord (later 0527x) was op dat moment nog geheel handmatig.) In 1949 waren de nummers gelijkgetrokken naar 05284 en 05285.
Administratief vallend onder het district Zwolle (052). Tot 10 november 1938 begonnen de nummers in het technisch district Deventer met 04; daarna werd dit 067 (zie aldaar). Op 1 juni 1964 werden de nummers weer veranderd en begonnen ze voortaan met 057.
Omstreeks 1967 veranderde het netnummer van Groningen in 050. Aanvankelijk gold dit alleen als men vanuit het district Groningen belde. Wie van elders opbelde moest nog enige tijd 05900 kiezen.
Daarna werd Bedum van 05901 naar 05900 verplaatst, vermoedelijk omdat (volgens een landelijke standaard) 05901 nodig was voor intern gebruik.
Administratief vallend onder het district Zwolle (052). Tot 10 november 1938 begonnen de nummers in dit district met 04 in plaats van 067. Op 1 juni 1964[166] is het district omgenummerd van 067xx naar 057xx om 06 vrij te maken voor bijzondere telefoondiensten.
Op 1 april 1968[136] zijn een aantal netnummers verplaatst van sector 0570 naar sector 0571, en op 1 april 1969[137] een enkele in omgekeerde richting; als alleen een van deze jaartallen vermeld wordt, worden deze data bedoeld.
0670/0570 Sector Deventer
06700/05700 Deventer (ca. 1959: deel 06711; was deels: 05706)
Zie Eerste proeven voor interlokale voorvoegsels van 1929 tot 1934. Tot 2 februari 1939 begonnen de nummers in dit district met 03 in plaats van 083.
Aan het eind van de Tweede Wereldoorlog was de telefooncentrale van Arnhem geheel verwoest, waardoor in de wederopbouwperiode nog lange tijd diverse noodoplossingen in gebruik waren. Zo was er een "eilandbedrijf" voor drie sectoren in de omgeving van Doetinchem. De netten Wolfheze en Elden werden tijdelijk met andere sectoren verbonden.
Reeds voor 1 augustus 1945 was er binnen de sector Terborg automatisch onderling verkeer mogelijk met tweecijferige netnummers van de vorm 0x. Terborg had tijdelijk nummer 07.[167] Ten minste vanaf 1 augustus 1945 kon dit ook in de sector Doetinchem met driecijferige netnummers van de vorm 04x.[168] Vanaf 7 februari 1946 werd dit uitgebreid en was er tussen de netten in de drie sectoren Doetinchem (0834x), Terborg (0835x) en Zevenaar (0836x) onderling verkeer mogelijk met netnummers van de vorm 04x, 05x en 06x.[169] Dit duurde totdat de automatische verbinding met de rest van het land hersteld werd op 9 maart (Terborg en Zevenaar) c.q. 12 maart 1950 (Doetinchem).[170] Het nummer 041 werd tot 27 augustus 1947 gebruikt voor de interlokale telefonist naar de rest van het land.[171] Ook was het vanuit deze sectoren, plus het net Westervoort(?), enige tijd mogelijk om telegrammen op te geven bij het telegraafkantoor te Arnhem via het pseudonetnummer 069[172] (Elten was toen nog niet geannexeerd).
Vanuit het stadsnet Arnhem golden vanaf 15 juli 1947 tot het volledig herstel van de interlokale verbindingen (ca. begin 1948?) de netnummers: 003 Velp,005 Oosterbeek en 0014 Nijmegen.[173]
Wageningen en omgeving waren op 21 maart 1933 de eerste telefoonnetten die onderling automatisch en met een netnummer bereikbaar waren.[179] Op 10 juni 1934 werden de netnummers gewijzigd naar de serie 037x (op 2 februari 1939 met de rest van district Arnhem hernummerd naar 0837x).[2][25][180]
08369Elten (vanaf 29 april 1949 tot 1 augustus 1963 was Elten Nederlands grondgebied en kreeg ook een Nederlands netnummer;[19]vanaf 1 augustus 1963: +49-2828)
0837 Sector Wageningen
Deze sector was genummerd 032, zie aldaar (in dit district).
Alleen nummers van nádat een lokaal net was aangesloten op het landelijke geautomatiseerde net staan in deze lijst; lokale automatische netten hadden totdat ze aangesloten werden op het landelijke net vaak verschillende andere nummers voor deze diensten. De nummers 000, 004, 005 (sommige districten?), 007, 008 en 009 werden tegelijk met de interlokale automatisering ingevoerd. Ook zijn er nogal wat verschillen per district geweest; deze lijst is niet volledig. 00-nummers in deze lijst worden cursief getoond als ze opgeheven of veranderd zijn vóór de algemene wijziging van alle 00-nummers in 06-nummers (1987–1991).
00 Internationaal toegangsnummer (was tot 1 januari 1994: 09)
000 Interlokale niet-automatische gesprekken (1 maart 1979:[52] opgeheven, gevoegd bij 0010)
001 In net Utrecht: aanvragen gesprekken met Driebergen, Austerlitz, Huis ter Heide en Zeist (vanaf 23 november 1935 tot ca. 1937)[185]
001 Weerbericht (vanaf 1 oktober 1949, alleen district Utrecht;[186] later: 003)
001 In net Amsterdam: aanvragen gesprekken met Den Haag (tot ca. begin jaren 1950)
0010 Internationale niet-automatische gesprekken (vanaf ca. eind jaren 1950;[187][188][189] nam in 1979 overgebleven taken van 000 over; 2 november 1987:[190] 06-0410)
0011 Alarmnummer (proef vanaf 30 juni 1969 in subdistrict Tilburg,[191] vanaf 4 april 1972 in district Breda[192] en vanaf 15 januari 1979 in de districten Leeuwarden, Hengelo en Eindhoven;[193] 3 december 1987–ca. 1990:[194] 06-11)
09 Internationaal toegangsnummer (1 januari 1994:[207] 00, 09 bleef werken tot 1 juli 1994)
09-311 Autotelefonie (viercijferige nummers), oproepgebied West- en Midden-Nederland (zie ook 02931; 1 april 1986: 06-5240)[70][71]
09-312 Autotelefonie (viercijferige nummers), oproepgebied Noord-Nederland (zie ook 02932; 1 april 1986: 06-5250)[70][71]
09-313 Autotelefonie (viercijferige nummers), oproepgebied Zuid-Nederland (zie ook 02933; 1 april 1986: 06-5260)[70][71]
In het net 's-Gravenhage waren tot in de jaren 1970 speciale nummers die begonnen met een 4:
42 Brandweer
44 Politie
45 Nummerinformatie (na sluitingstijd 008; tot 1978)
47 Storingen
In het net Rotterdam waren er tot rond dezelfde tijd speciale nummers die begonnen met een 9:[197][208][209]
90 Interlokale niet-automatische gesprekken
91 Informatie en klachten interlokaal
92 Telegrammen opgeven (later: 009 ?)
92 Nummerinformatie net Rotterdam (was: 93)
93 Informatie en klachten net Rotterdam (informatie later: 92)
94 Politie
95 Weerbericht
97 Storingen
98 Tijdmelding
99 Brandweer
In het net Zwolle, een van de centrales die zware oorlogsschade hadden geleden, waren er in elk geval rond 1948 speciale nummers die begonnen met een 9 in plaats van 00:[210]
90 Interlokale gesprekken
94 Telefoonadministratie
97 Storingen
98 Nummerinformatie en boodschappendienst
99 Telegrammen
Overige wijzigingen
3 maart 1973: tweede kiestoon voor internationaal kiezen verplaatst van ná landnummer naar ervoor (bijvoorbeeld: 0944-xxxxxxx wordt 09-44xxxxxxx)[211]
7 mei–10 juni 1984: tweede kiestoon voor 06-nummers verplaatst van na het vijfde cijfer naar na het tweede cijfer (bijvoorbeeld: 06222-333 wordt 06-222333)[212]
3–15 januari 1994: tweede kiestoon vervalt (en eerste kiestoon wordt iets hoger).[213]
Roger Hünen, ADSL in Nederland. Geeft een overzicht van de beschikbaarheid van ADSL maar heeft ook informatie over centrales. Het zogeheten CGB-nummer van de centrale is gerelateerd aan het historische netnummer: het bestaat uit het netnummer zonder de nul, met twee extra cijfers die het volgnummer van de centrale binnen het netnummergebied aangeven.
Onno de Wit, Telefonie in Nederland 1877–1940: opkomst en ontwikkeling van een grootschalig technisch systeem, Otto Cramwinckel Uitgever, Amsterdam, 1998.
D. van Hemert en J. Kuin, Automatische Telefonie, vijfde druk (ca. 1952) en zesde druk (1968), uitgegeven door de vereniging van hoger personeel der PTT, Corps Technische Ambtenaren.
Oude jaargangen van De Kampioen (ledenblad van de ANWB), doorzoekbaar met Google Books.
Nationaal telefoneren, uitgave PTT Telecom, december 1992.
↑De stad Groningen, 05900, had toen al nummer 050.
↑ abcdefgVan handbediening naar elektronische besturing: Historische ontwikkelingen rondom de automatisering van het telecomdistrict Breda, Jan Bastiaansen, 1994, manuscript raadpleegbaar in de bibliotheek van het Houweling Telecommuseum.
↑ abcdefgWeet u misschien ook...?, Historisch overzicht van het telecomdistrict Haarlem, J. Wurkum, 5 maart 1992, raadpleegbaar in de bibliotheek van COMM.
↑ abIk zal u doorverbinden, C.J. Wulffraat e.a., in Honderd jaar telefoon, red. J.H. Schuilenga e.a., Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie, 's-Gravenhage, 1981, p. 216
↑ abIk zal u doorverbinden, C.J. Wulffraat e.a., in Honderd jaar telefoon, red. J.H. Schuilenga e.a., Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie, 's-Gravenhage, 1981, p. 223
↑Ik zal u doorverbinden, C.J. Wulffraat e.a., in Honderd jaar telefoon, red. J.H. Schuilenga e.a., Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie, 's-Gravenhage, 1981, p. 215