Sneek (Fries: Snits ([snɪts]?, uitspraakⓘ)) is een van de elf steden van de Nederlandse provincie Friesland, meer specifiek in de gemeenteSúdwest-Fryslân. Sneek ligt ten ten zuidwesten van Leeuwarden tussen Joure en Bolsward. De stad is de grootste plaats van de gemeente Súdwest-Fryslân en de derde plaats in de provincie Friesland. De stad telde in 2023 34.105 inwoners.[1]
Sneek ligt bij het Sneekermeer en is bekend vanwege de historische binnenstad, met onder meer de Waterpoort, en vanwege de Sneekweek. De stad vervult een centrale functie voor de regio Zuidwesthoek en was van augustus 1498 tot maart 1500 de officiële hoofdstad van het gewest Friesland.[2]
Sneek kende in 2019 een winkelvloeroppervlakte van 106.000 m², waarvan 40.000 in het centrum.
Sneek is ontstaan in de 10e eeuw op een hoger gelegen zandige landtong (Sneek = Ter Snake = op landtong), en is tot ontwikkeling gekomen na de aanleg van de zuidelijke dijk van de Hempolder Scherhem. Daar kruiste deze de vaarweg (in oude documenten Magna Fossa, groot kanaal, genoemd) naar het noorden. Deze vaarweg naar het noorden (Geeuw, Sneeker Oudvaart) was nodig geworden omdat de Middelzee door dichtslibbing verloren was gegaan.
In 1295 vond in Sneek een grote stadsbrand plaats, waarbij een deel van de stad verloren ging. Sneek verkreeg vanaf de 13e eeuw diverse stadsrechten, die in 1456 officieel werden vastgelegd. Sneek werd daarmee een van de Friese elf steden. Dit was tevens het begin van een bloeiperiode als handelsstad, die nog tot circa 1550 zou duren. In 1492 werd met de aanleg van een stadsgracht en stadsmuur begonnen. Vanaf die tijd was Sneek de enige ommuurde stad van Friesland. Van de oude Vestingwerken van Sneek resteren thans nog de Waterpoort en het Bolwerk.
Sneek is beperkt verstedelijkt en telde in 2010 33.260 inwoners, dit zijn 1.106 personen per vierkante kilometer land.[4] De stad bestaat uit 25 wijken, die onder te verdelen zijn in diverse buurten.
Sneek heeft dankzij de noordelijke ligging in de buurt van de zee een gematigd zeeklimaat. Hierbinnen zijn de zomers aangenaam en de winters redelijk zacht. Lange periodes van zware vorst komen steeds minder voor, wanneer er zich een periode van vorst aandient is deze vaak te kort voor een Elfstedentocht.[5] Het is in Sneek echter wel frisser dan in zuidelijker gelegen delen van het land.
De stad is in verschillende fases uitgebreid. Aan het begin van de 20e eeuw werden grote woonwijken buiten de stadsgrachten aangelegd, grote delen in de jaren 30 en 50-60. Nog altijd wordt uitgebreid; een van de laatste nieuwbouwwijken is het Harinxmaland. Aan de oost- en westzijde van de stad bevinden zich grote industriegebieden. It Ges is een industriepark speciaal voor watersport.
Bekende parken in Sneek zijn het Wilhelminapark en het Rasterhoffpark, dat het grootste park van de stad is. In het noorden van de stad ligt het Zwettebos. De stadsdienst van Sneek richtte zich op natuurlijk groenbeheer en de stad is kenmerkend groen met veel beplante rotondes.[6]
In 2010 kende Sneek 14.000 woonhuizen. Door de uitbreidingen van de stad en de dorpen zijn Sneek, Oppenhuizen, IJsbrechtum en Scharnegoutum nu bijna als een soort agglomeratie verbonden. De gemeente Sneek heeft echter altijd geprobeerd te voorkomen dat de dorpen door de stad zouden worden opgeslokt.
Sneek heeft sinds 2018 een standbeeld voor de Waterpoort staan: De Hoorn Des Overvloeds.
In 2009 had Sneek 33.260 inwoners. Hiervan was 14% niet van Nederlandse afkomst. 1% van de bevolking was afkomstig uit Suriname en 2% afkomstig uit andere niet-westerse landen. De grootste groep allochtonen is de groep inwoners uit andere, niet nader benoemde, westerse landen: deze groep omvat 7% van de bevolking.[9]
Religie
In de Zuidwesthoek, waar Sneek onder valt, was in 2002 59,1% kerkelijk gezind. Hiervan is het grootste deel van de bevolking, 26,6%, Nederlands hervormd. Van de bevolking noemde 14,1% zich gereformeerd en 10,8% rooms-katholiek. De islam was met 1,5% de kleinst vertegenwoordigde godsdienst. Van de bevolking noemde 40,9% zichzelf niet-kerkelijk.[10]
Zie ook Vlag van Sneek voor het hoofdartikel over dit onderwerp
De vlag van Sneek is in 1956 vastgesteld en bestaat uit twee gelijke verticale banen. De broekingzijde van de vlag is zwart, de buitenzijde is goudgeel. De kleuren zijn afkomstig van het stadswapen.
Sinds 10 september 1970 bestaat een jumelage tussen Sneek en de Japanse stad Kurobe. Toenmalig burgemeester, Ludolf Rasterhoff, bracht op dat moment een bezoek aan Kurobe en werd tot ereburger benoemd. Burgemeester Hatsuo Terade van Kurobe bracht in 1972 een tegenbezoek aan Sneek. In 2000 bezochten delegaties van beide steden elkaars stad opnieuw. De Japanners onthulden in Sneek een kunstwerk; de Snekers werden verblijd met de onthulling van een zogenaamd Sneekplein in Kurobe.
Economie en werk
In de stad Sneek is een groot aantal bedrijfssectoren vertegenwoordigd. Deze diversiteit zorgt voor een brede economische basis en relatieve stabiliteit. Een aantal sectoren is relatief sterk vertegenwoordigd vanwege de specifieke kenmerken van Sneek zoals de ligging aan het water en de rol van regionaal verzorgingscentrum voor de Zuidwesthoek.[11] De stad herbergt een groot aantal voorzieningen op het gebied van onderwijs, gezondheidszorg en welzijn. Het Antonius Ziekenhuis is een van de weinige watersportziekenhuizen in Nederland. De binnenstad van Sneek is het winkelcentrum voor de regio.
De watersport en de toeristische sector hebben zich in Sneek breed ontwikkeld. Dit komt door de ligging van de stad in waterrijk gebied en de aanwezigheid van een bewonderenswaardige historische binnenstad. Deze sectoren zijn goed voor 10% van de werkgelegenheid in de stad.
Industrie
Er is in Sneek enige staalindustrie, machinebouw, een touw- en trossenfabriek (Lankhorst), en sinds 1964 een vestiging van de ritssluitingenproducent Yoshida YKK uit Kurobe. Dit was de eerste Japanse fabriek in Nederland, en het was de eerste Europese vestiging van YKK. Ook Mitsui Sekka, een Japanse fabrikant van kunstvezels, heeft een fabriek in Sneek.
Bekende firma's en producten
De bekende kledingwinkelketen C&A begon in 1861 met een winkel in Sneek. De suikerwerkfabriek Tonnema is bekend van pepermunt met de naam KING. Voorts hebben de supermarktketen Poiesz en het kledingmerk Gaastra hun oorsprong in Sneek. Ook de zogenaamde 'Echte pittigzoete Sneker Zoethoudertjes', een deel uit de reeks 'Oldtimers' van dropmaker Van Slooten, komen uit Sneek.
De Zilveren Kerstbal is de cultuurprijs van Sneek. De prijs wordt uitgereikt aan personen die zich op het gebied van muziek en cultuur hebben ingezet voor de stad en haar omgeving.
In Sneek worden diverse grote evenementen georganiseerd. Het grootste en bekendste is uiteraard de Sneekweek, in begin augustus. Daarnaast is er in het Hemelsvaartweekend de Kleine Sneekweek met de muziekoptredens tijdens 'Kleintje Sneekweek'. Verder zijn er diverse culturele, culinaire en muziekfestiviteten zoals Culureel Festival Sneek, Lekker Sneek, Straattheater, Swinging Sneek, Sneeker Dweildag, Culinaire Elfstedentocht, N8 van Sneek en XMAS Sneek. In januari start het evenementenjaar met de Sneker Filmwinter.
Op dinsdag vindt al sinds het ontstaan van de stad de wekelijkse warenmarkt plaats. Vroeger was dit rond de Waag op de Marktstraat, nu is de markt te vinden op het Grootzand. Ook op zaterdag is daar markt.
Sneek telt een groot aantal sportclubs. Het bekendste zijn de voetbalclubs Sneek Wit Zwart, ONS Sneek en LSC 1890. Sneek wordt wel Volleybalstad genoemd. Deze naam heeft de stad te danken aan de successen van VC Sneek. In 1996 wonnen 2 voormalig internationals en huidige inwoners van Sneek, Olof van der Meulen en Jan Posthuma, een gouden medaille bij de Olympische Spelen in Atlanta.
De stad is jaarlijks gastheer van verschillende sportevenementen. De Sneekweek is het grootste zeilevenement op binnenwater in Europa. Dit vindt plaats op het Sneekermeer. Hier worden ook twee wedstrijden van het SKS Skutsjesilen gehouden, namelijk vanaf Terhorne en als afsluiting van de jaarlijkse competitie vanaf Sneek.
De stad Sneek heeft twee treinstations: Sneek en Sneek Noord. Hiernaast wordt er gesproken[12] over de aanleg van een derde station, dit station draagt de werknaamSneek Harinxmaland. De stations liggen aan de spoorlijn Leeuwarden - Stavoren, die wordt geëxploiteerd door Arriva. Vanaf de beide stations rijdt in de spits elke 15 minuten een trein van/naar Leeuwarden (buiten de spits elke 30 minuten) en elk half uur een trein van/naar Stavoren (buiten de spits elk uur).
Sneek heeft een centrale ligging binnen het busvervoer in de regio. Knooppunt van de busverbindingen is Busstation Sneek, dat direct naast het centrale treinstation ligt. De busverbindingen worden uitgebaat door Qbuzz.