De polder is aangelegd tussen 1959 en 1968 en heeft een grootte van 430 km². Op 1 januari 2007 had de polder 200.808 inwoners.
Zuidelijk Flevoland is aan drie zijden omgeven door water. Aan de noordwestzijde ligt het Markermeer, aan de oost- en zuidkant wordt het van het oude land gescheiden door Randmeren: van rechts naar links het Wolderwijd, het Nulder- en Nijkerkernauw, het Eemmeer, het Gooimeer en het IJmeer. Aan de noordoostkant wordt het begrensd door de Knardijk.
Almere is de grootste plaats in de polder. Daarnaast is er alleen nog de plaats Zeewolde. De polder kenmerkt zich door grootschalige akkerpercelen en veel windmolens.