Tijdens Christiaans bewind vonden beide wereldoorlogen plaats. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Haakon VII van Noorwegen en de Nederlandse koningin Wilhelmina ontvluchtte hij tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn land niet. Hij bleef in Kopenhagen duidelijk aanwezig als symbool van de Deense zaak. Hij maakte dagelijks te paard een rit door de stad, niet begeleid door lakeien of bewakers.
Christiaan werkte de Duitse bezetters sterk tegen en sympathiseerde met de Joden. Na een brandstichting in een Kopenhaagse synagoge in december 1941 zond hij bijvoorbeeld een steunbetuiging aan de rabbijn. Adolf Hitler zond Christiaan op diens zeventigste verjaardag een felicitatieboodschap. De koning antwoordde met het zéér beknopte "hartelijk bedankt", hetgeen Hitler als een belediging zag.[bron?]
De bezetting van Denemarken maakte communicatie met IJsland onmogelijk. Het IJslandse parlement nam op 10 april 1940 het heft in eigen handen. Een maand later bezetten de Britten IJsland en op 17 juni 1944 stemde het IJslandse volk in een referendum vóór afscheiding van Denemarken.
De bejaarde Christiaan viel in oktober 1942 van zijn paard. Dit veroorzaakte chronische gezondheidsproblemen en hij verscheen sindsdien nauwelijks meer in het openbaar. Op 9 mei 1945 woonde hij, zichtbaar verzwakt en in een rolstoel, de heropening van de Deense Rijksdag bij. Hij stierf op 20 april 1947. Op zijn kist werd een armband geplaatst, zoals de leden van het verzet tijdens de oorlog die droegen.
Mythe
Bekend is de mythe dat Christiaan, toen de Deense Joden werden verplicht een gele armband met Jodenster te dragen, zelf ook een dergelijke armband ging dragen. In navolging hiervan zouden de Denen toen ook allemaal zo'n armband hebben omgedaan, zodat de Joden niet meer opvielen. Dit verhaal strookt niet met de werkelijkheid.[1] De Denen droegen nooit een Jodenster en de Duitse bezetter heeft de Joden in Denemarken zelfs nooit verplicht er een te dragen. Wel schijnt de koning het idee dat alle Denen sterren zouden moeten dragen, mocht de bezetter de Jodenster invoeren in Denemarken, aan zijn bewindslieden gesuggereerd te hebben.[2] Op 10 januari 1942 verscheen een cartoon van de Noor Ragnvald Blix waarin de koning zijn idee meegaf aan premier Thorvald Stauning. Waarschijnlijk werd het zo opgepikt door Deense Amerikanen, die het idee als werkelijkheid voorstelden en zo de mythe verspreidden.