Zijn korte regering werd gekenmerkt door talloze conflicten en burgeroorlogen met zijn broers. Vooral zijn broer Abel, de hertog van Sleeswijk, was een geduchte tegenstander. Abel wenste een onafhankelijke positie ten opzichte van Denemarken en werd daarin gesteund door de graven van Holstein. Erik IV vocht ook tegen de boerenstand in Skåne (toen tot Denemarken behorend, nu tot Zweden), die rebelleerden tegen de torenhoge belastingen, onder andere op ploegscharen. Hieraan dankt Erik ook zijn bijnaam: Plovpenning, wat Deens is voor Ploegpenning.
Na een duurbetaalde overwinning in 1250 op zijn broer Abel sloten de broers een wapenstilstand. Maar nog hetzelfde jaar zou Erik IV op reis door Sleeswijk door Abel gevangen worden genomen en vermoord.