Het weer was slecht tijdens de Isle of Man TT van 1971, waardoor een aantal wedstrijden in regen en mist verreden werd en de Senior TT en dag moest worden uitgesteld. Na de invoering van de Production TT in 1967 werd nu een nieuwe klasse toegevoegd: de Formula 750 TT. Dit was vooral gedaan om de sterke BSA Rocket 3/Triumph Trident racers een podium te geven. De echte raceversies van deze machines mochten in de Production 750 TT niet starten. De eerste scheurtjes in het imago van de TT verschenen: er was nog geen sprake van een boycot, maar de toprijders uit de 125cc-klasse spraken onder elkaar af zich niet langer bloot te stellen aan de gevaren van de Mountain Course en bleven thuis.
In de Junior TT, die in regen en mist werd verreden, viel Giacomo Agostini al na een halve ronde uit doordat er een klep brak tijdens een sprong bij Milntown Cottage.[1]Phil Read kwam aan de leiding met een door Helmut Fath getunede Yamaha TR 2 B, gevolgd door Alan Barnett op een Yamsel en Rodney Gould met de fabrieks-Yamaha TR 2. Read nam een flinke voorsprong, maar toen hij schakelproblemen kreeg kwamen Barnett en Gould weer dichterbij. Gould viel in de derde ronde bij Quarterbridge en verloor twee minuten, maar Barnett passeerde Read. Barnett viel echter bij Glen Helen waardoor Read weer aan de leiding kwam. Read maakte een tankstop en dacht dat zijn versnellingsbak wel heel zou blijven, maar in de vierde ronde brak zijn frame bij Glen Helen, waar Barnett langs de weg de race zat te volgen. Na de vierde ronde stopte Rodney Gould bij de TT Grandstand. Hij vond het door de opgekomen mist te gevaarlijk. Nu waren er drie nieuwe leiders: Tony Jefferies (Yamsel), Dudley Robinson (Yamaha) en Gordon Pantall (Yamaha). Robinson was de snelste, maar moest zijn tankstop nog maken waardoor hij zijn overwinning verspeelde. Jefferies nam de leiding voor Pantall, die veel last kreeg van zijn hand die verbrand was bij een val in de tweede ronde bij Braddan Bridge. Robinson viel in de laatste ronde door een vastloper, waardoor de derde plaats naar Bill Smith met een Honda CB 350 ging. De viertakten deden het goed in de Junior TT, omdat de tweetakten nog steeds erg gevoelig waren voor vocht.
Net als zijn 350cc-Yamaha TR 2 B was ook de 250cc-Yamaha TD 2 B van Phil Read getuned door Helmut Fath, die ook op het eiland Man aanwezig was. De machine had bovendien een Kröber thyristorontsteking en een Quaife-zesversnellingsbak, schijfrem voor en achter en een frame dat door Read zelf was ontworpen. Read's leidende positie werd hem alleen even afgenomen doordat Rodney Gould later ging tanken, maar hij won overtuigend. Peter Williams leverde een geweldige eerste (en enige) ronde af. Hij had voor de gelegenheid een fabrieks-MZ gekregen, maar had er niet eens mee getraind. In de eerste ronde moest hij aan de machine wennen en hij deed dat door Read te volgen. Bij Governor's Bridge brak zijn krukas, waardoor hij bijna een kilometer moest uitrollen naar de TT Grandstand. Desondanks reed hij deze eerste ronde met een gemiddelde snelheid van 158,7 km/h, terwijl Read het op volle snelheid met 161,06 km/h deed. Gould werd uiteindelijk slechts vierde, achter Barry Randle (Yamaha) en Alan Barnett (Yamsel).
In de Lightweight 125 cc TT bestond een "herenakkoord" tussen de drie leidende coureurs in het WK. Gilberto Parlotti en Ángel Nieto vonden het te gevaarlijk om naar Man te gaan en Dave Simmonds voelde er ook niet veel voor. Hij wilde geen misbruik maken van de situatie en zo bleven de echte toppers weg. Dieter Braun kon met het startgeld zijn reiskosten niet dekken en besloot ook thuis te blijven. Chas Mortimer had niet ingeschreven, maar nam de inschrijving van Braun over en startte dus wel. Hij kreeg zelfs een fabrieks-Yamaha. Börje Jansson (Maico) trainde als snelste, maar Mortimer kon beter uit de voeten met de regen en de dikke mistbanken op de Mountain Mile en won de race met een gemiddelde van 131,1 km/h, de langzaamste tijd sinds 12 jaar. Jansson werd tweede en John Kiddie (Honda) werd derde.
In de Sidecar TT bleef de door Dieter Busch getunede BMW van Siegfried Schauzu eindelijk een keer heel, en hij won deze race dan ook. Met een laag gemiddelde weliswaar, want het regende ook tijdens de zijspanrace. Hoe populair de Sidecar TT was bleek uit het aantal starters: 77. Aanvankelijk konden Georg Auerbacher/Hermann Hahn en de gebroeders Jean-Claude en Albert Castella Schauzu nog redelijk volgen. Dit drietal had al na één ronde een flinke voorsprong op Arsenius Butscher/Josef Huber. In de laatste ronde reed Auerbacher op het circuit voor Schauzu, maar hij was 10 seconden eerder gestart. Schauzu bleef Auerbacher volgen, maar bij Governor's Bridge, 1 kilometer voor de finish sloeg zijn motor even af. Die sloeg ook meteen weer aan, maar Schauzu verloor toch enkele seconden. Hij werd desondanks eerste.
De eerste Formula 750 TT werd gewonnen door Tony Jefferies, die de race met zijn Triumph T150 Trident racer van start tot finish leidde. Achter hem werd wel een flink gevecht geleverd tussen Ray Pickrell met zijn BSA Rocket 3 en Peter Williams met de Norton Commando. Dat de Formule 750 TT voor racemotoren bedoeld was opende ook de mogelijkheid voor een aantal coureurs om hun 350cc-Yamaha TR 2's in te zetten. Die konden het de 750cc-machines, die allemaal waren afgeleid van straatmodellen, behoorlijk moeilijk maken.
De lichtere Production-klassen telden nauwelijks deelnemers. Slechts 17 starters waren er in de 500cc-race, waarvan er negen de finish haalden. Brian Finch verongelukte toen hij het Ballacraine Hotel binnen reed, waarschijnlijk door een afgebroken rempedaal van zijn Suzuki T 500.
De Production 250 TT had zelfs maar vijftien deelnemers, waarvan er negen de finish haalden. Onder de uitvallers was de jonge Barry Sheene, die met zijn vijf jaar oude Suzuki RT 67 ook al in de Lightweight 125 cc TT was uitgevallen en dit keer met een Suzuki T 250 reed.
↑Mogelijk brak de klep van Agostini's MV Agusta 350 3C doordat de motor tijdens de sprong over zijn toeren werd gejaagd, maar toen het team deze mogelijkheid opperde reageerde hij woedend. Volgens Agostini was het gewoon een slechte klep