Was het team van Bultaco (met de Nederlandse constructeurs Jan Thiel en Martin Mijwaart) in 1976 niet klaar voor het begin van het seizoen, de geschiedenis herhaalde zich in 1977. Pas in de vijfde GP in Spanje werd er met de nieuwe 50cc-machine getraind, maar in de wedstrijd koos Nieto toch voor de 1976-versie (en won).
In Spanje was de organisatie niet op orde: alle trainingen moesten op één dag afgewerkt worden, de coureurs moesten uren aan de grens wachten omdat de autoriteiten niet op de hoogte waren gebracht en 's avonds na de trainingen werd plotseling de elektriciteit afgesloten. In de 250cc-kwalificatie zetten de tijdwaarnemers de Japanner Ken Nemoto ten onrechte op poleposition.
350 cc
In Spanje werd pijnlijk duidelijk dat het team van Harley-Davidson problemen had. Walter Villa wist zich niet voor de 250- en de 350cc-klasse te kwalificeren. Toch werd hij op het laatste moment tot de start van de 350cc-race toegelaten, maar zonder succes: De machine was te langzaam en na enkele ronden stopte hij ermee. Omdat het plotseling begon te regenen voor de start werd de bandenkeus belangrijk. Iedereen startte op profielbanden, met uitzondering van zes rijders, waaronder Giacomo Agostini (dit keer met een tweecilinder Yamaha TZ 350 D) en Christian Sarron. Bruno Kneubühler reed even aan de leiding, maar werd ingehaald door Michel Rougerie. Omdat de baan snel opdroogde volgde er een aantal valpartijen van coureurs op profielbanden. Rougerie wist zich met zijn profielbanden echter goed staande te houden en won de race. Christian Sarron werd tweede en Takazumi Katayama werd derde. De top tien gebruikte een Yamaha.
De VenezolaanAldo Nannini (Yamaha) nam even de leiding in de Spaanse 250cc-Grand Prix, maar Barry Ditchburn (Kawasaki) passeerde hem al snel. Dat deden ook Alan North (Yamaha), Jon Ekerold (Yamaha) en Takazumi Katayama (Yamaha). Mario Lega (Morbidelli) had vooral last van een te smalle powerband, wat hem veel tijd kostte en uiteindelijk in een vijfde plaats resulteerde. Na enkele ronden gleed Ditchburn weg, naar zijn zeggen over een benzinespoor, maar hij kon toch nog achtste worden. Katayama maakte hier gebruik van en won de race, maar Ekerold's Yamaha bleef in de derde versnelling vast zitten en hij moest afhaken. Alan North werd tweede en Olivier Chevallier (Yamaha) werd derde. Franco Uncini speelde met zijn Harley-Davidson geen rol bij gebrek aan zowel vermogen als wegligging.