Nadat de Oost-Duitse bond de GP van de DDR na prowesterse uitingen van het publiek tot een pure oostblok-wedstrijd had gemaakt, bleven die uitingen toch bestaan. Het publiek uit de DDR reisde nu massaal naar de GP van Tsjecho-Slowakije om de West-Duitser Dieter Braun aan te moedigen. Braun haalde in Brno zijn derde overwinning van het seizoen.
500 cc
Giacomo Agostini won na zijn overwinning in de Grand Prix van België ook de 500cc-Grand Prix van Tsjecho-Slowakije, maar omdat Kim Newcombe geen punten scoorde (in de laatste bocht gevallen, terwijl hij derde lag) en Phil Read tweede werd, werd diens voorsprong in het WK opnieuw groter. Jack Findlay, die vijfde werd, stond nu op de derde plaats op de ranglijst, achter Read en Newcombe.
Dieter Braun wist de 250cc-race in Tsjecho-Slowakije te winnen, heftig aangemoedigd door veel Oost-Duitsers die dat in eigen land niet meer konden doen. Michel Rougerie werd tweede en Teuvo Länsivuori slechts derde. Daardoor verloor Länsivuori zijn leidende positie in het WK aan Braun. Rougerie gebruikte inmiddels ook de watergekoelde versie van de Harley-Davidson RR 250[1], die erg snel bleek te zijn en steeds betrouwbaarder werd.
In Tsjecho-Slowakije was Kent Andersson nog steeds niet genezen van zijn beenbreuk in Assen, maar Jos Schurgers kon dit voordeel niet ten volle benutten, ook al omdat hij slechts de 11e startplaats had. Otello Buscherini won met zijn Malanca de 125cc-race, na een flink gevecht met Chas Mortimer. Schurgers had zich binnen een ronde naar voren gewerkt en streed om de derde plaats met Eugenio Lazzarini, maar wist tegen het einde van de race van hem weg te lopen en derde te worden. Toen zat echter Rolf Minhoff vlak achter hem.
↑Na het overlijden van Renzo Pasolini reed de Fransman Michel Rougerie nog met de Harley-Davidsons, maar pas tegen het einde van het seizoen, in Tsjecho-Slowakije, was er weer sprake van een echt fabrieksteam onder leiding van Gilberto Milani. Rougerie en Gianfranco Bonera kregen nu ook de watergekoelde racers.