Giacomo Agostini had al zes 500cc-GP's gewonnen en met slechts zeven tellende resultaten kon hij in België de wereldtitel veilig stellen. Hij deed dat op zijn bekende manier: Alberto Pagani mocht een tijdje volgen en zelfs kopwerk doen, maar uiteindelijk liep hij bijna een halve minuut achterstand op. De strijd om de derde plaats was interessanter en eindigde in een duel tussen Rodney Gould en Hideo Kanaya. Gould remde Kanaya bij de La Source haarspeldbocht uit, waardoor hij derde werd. Kanaya nam daarna afscheid van de Europese circuits, waarschijnlijk om te gaan helpen met de ontwikkeling van de nieuwe Yamaha TZ 500.
In België was er net als in de TT van Assen geen strijd om de eerste plaats, maar dit keer kwam dat doordat Jarno Saarinen ervandoor ging. Ondanks wat regen bij Blanchimont lag zijn racegemiddelde van 195,5 km/h slechts 0,7 km/h lager dan dat van Giacomo Agostini in de 500cc-klasse. Phil Read, Silvio Grassetti, Rodney Gould, Dieter Braun en John Dodds konden dus alleen vechten om plaats twee. Gould won die plaats uiteindelijk met een banddikte (0,3 s) na een duel met Phil Read, die de hele trukendoos opentrok om Gould achter zich te houden.
De Bridgestone van Jos Schurgers was ook in België snel. Schurgers moest echter bij de start meteen in de achtervolging op Chas Mortimer, terwijl hij bij Stavelot werd ingehaald door Ángel Nieto. Schurgers viel echter uit door een vastloper. Drie ronden lang vochten Nieto en Mortimer om de leiding, maar daarna begon de Spanjaard een voorsprong op te bouwen. Kent Andersson won het gevecht om de derde plaats van Börje Jansson.
In de 50cc-klasse trainde Jan de Vries sneller dan Ángel Nieto, maar bij inspectie bleek de motor niet betrouwbaar te zijn, waardoor hij met zijn reservemotor moest starten. Die leverde aanzienlijk minder vermogen. Zijn rondetijden lagen nog onder die van 1971 en hij wist meteen na de start dat hij Nieto niet zou kunnen volgen. Nieto nam al in de eerste ronde een kleine voorsprong, die hij in de volgende ronden opbouwde. Theo Timmer kon met de Jamathi uit 1971 de Vries in zicht houden, maar dat betekende niet dat de Jamathi snel genoeg was. Nieto hoefde niet sneller te rijden, de Vries kon niet sneller rijden, maar de derde plaats van Timmer was in elk geval een opsteker voor Jamathi.