Slechts vier merken met achttien coureurs traden aan in de 500cc-race: Gilera, Matchless, MV Agusta en Norton. Dat laatste merk had echter geen fabrieksteam meer en de inzet was dus te danken aan privérijders met een Norton Manx. Ook de inzet van Matchless was nogal beperkt, want de Matchless G45 was geen serieuze kandidaat voor de prijzen. Belangrijkste afwezige was Moto Guzzi, dat de moed had opgegeven om met de Quattro Cilindri te winnen, maar nog lang niet klaar was met de ontwikkeling van de nieuwe Otto Cilindri. Geoff Duke, die in de Grand Prix van Spanje was uitgevallen met ontstekingsproblemen, won voor zijn teamgenoot Libero Liberati. Overtuigend, want Duke had op de streep precies twee minuten voorsprong. Reg Armstrong werd op nog grotere achterstand gereden, maar bleef dankzij zijn derde plaats aan de leiding van de WK-stand. Slechts elf rijders haalden de finish. Daaronder was zijspancoureur Florian Camathias, die verdienstelijk zevende werd. Ook Francis Flahaut, de bakkenist van zijspancoureur Jean Murit kwam aan de start, maar hij viel uit.
Nu Norton en AJS hun fabrieksteams hadden opgegeven stond niets de Moto Guzzi Monocilindrica 350 meer in de weg: Het hele podium werd bezet door Moto Guzzi-coureurs. Toch was de winnaar verrassend: Duilio Agostini was een goed coureur in de Italiaanse kampioenschappen maar werkte vooral samen met ingenieur Giulio Cesare Carcano als testrijder aan de nieuwe machines. Het was zijn eerste overwinning in een WK-race, maar ook zijn laatste. Dickie Dale en Roberto Colombo stonden naast hem op het podium.
Luigi Taveri werd weliswaar tweede in Frankrijk, maar hij deed toch goede zaken omdat hij de eerste race al gewonnen had. Dit keer won Carlo Ubbiali en Mondial-rijder Giuseppe Lattanzi werd derde.