Een groot deel van de toprijders en -merken, vooral in de 500cc-klasse, verscheen helemaal niet in Frankrijk omdat men zich wilde voorbereiden op de TT van Man.
500cc-klasse
Pierre Monneret zou niet in de TT van Man starten en hij kreeg - zoals vaker - een fabrieks-Gilera 500 4C tot zijn beschikking. Zo werd hij de teamgenoot van Alfredo Milani, die ook niet naar Man zou gaan, en van Geoff Duke, die de extra trainingsrondjes op Man niet nodig had. Duke leidde de race ook, maar viel terug door motorproblemen. Zo won Monneret voor Milani, maar het niveauverschil met de concurrentie was enorm: Jacques Collot stond als derde op het erepodium, maar had twee ronden achterstand. Een toekomstig wereldkampioen, Luigi Taveri, scoorde de eerste WK-punten van zijn carrière.
In de 250cc-race waren de grootste kanshebbers er wel, en ze reden bijna allemaal op vernieuwde NSU Rennmaxen: Werner Haas, op slechts 0,3 seconde gevolgd door HP Müller en als derde Rupert Hollaus. De snelste Moto Guzzi Bialbero 250 (met Tommy Wood) werd op twee ronden gereden. Dat was niet verwonderlijk, want de Rennmax leverde nu al 39 pk, terwijl de Guzzi Bialbero slechts 28 paarden op de been bracht.