2.Batterie/Königlich Bayerisches 4. Feldartillerie-Regiment „König“ 18 oktober 1911 - 27 november 1911[4][5] 2./1.Sturmbataillon "Teja"/Freikorps Oberland[6] Mei 1921 - juni 1921[4][7]
Dietrich vocht in de Eerste Wereldoorlog in het Beiers leger en was daarna tot 1927 als politiefunctionaris in Beieren werkzaam. Van 1932 tot 1945 was hij voor de NSDAP lid van de Rijksdag. Adolf Hitler omschreef Dietrich vaak als de man van wie hij wenste dat hij ooit zijn zoon zou zijn geweest (iets soortgelijks zei Hitler echter ook van de Belgische SS'er Léon Degrelle). In 1933 kreeg Dietrich de opdracht om een nieuwe, voltijdse SS-eenheid te formeren. De belangrijkste taak van deze eenheid was Hitler persoonlijk te escorteren. Dit werd uiteindelijk de Leibstandarte-SS Adolf Hitler. Dietrich was van 1938 tot 1943 bevelhebber van deze SS-divisie.
Hij speelde aan het eind van de Tweede Wereldoorlog een belangrijke rol tijdens het Ardennenoffensief. Tijdens dat offensief was zijn belangrijkste speerpunt de Kampfgruppe Peiper. In het noordelijk gedeelte kwam deze groep het verst totdat zij zich moesten terugtrekken met achterlating van hun tanks wegens gebrek aan brandstof en met medeneming van al hun krijgsgevangenen. Tijdens de Duitse opmars in de Ardennen waren bij een kruispunt in de omgeving van Malmedy Amerikaanse krijgsgevangenen die zich al hadden overgegeven, door SS'ers zonder genade neergeschoten.
Dit werd bekend als het Bloedbad van Malmedy. Na de oorlog werd, tijdens de Malmedy massacre trial in 1946, Joachim Peiper tot de strop en Dietrich tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld.
Er hadden grove onregelmatigheden plaatsgevonden tijdens het vooronderzoek en daartegen kwam de Amerikaanse publieke opinie in opstand. Als gevolg daarvan, konden Dietrich en Peiper de gevangenis van Landsberg in 1957 'on parole' (erewoord) verlaten. De vasthoudendheid van een Amerikaanse advocaat, Willis Everett uit Atlanta (Georgia), heeft dit uiteindelijk bewerkstelligd.
Na zijn vrijlating uit de gevangenis nam hij actief deel aan de activiteiten van HIAG, een organisatie en lobbygroep van voormalige Waffen-SS-leden. Opgericht door voormalig hooggeplaatst Waffen-SS-personeel, voerde HIAG met succes campagne voor de juridische, economische en historische rehabilitatie van de Waffen-SS. In 1966 stierf Dietrich aan een hartaanval.
De RijksleiderMax Amann beschreef hem als: "ongemanierd en brutaal, maar een harde werker die zijn mannen goed beloonde". SS-Obergruppenführer Wilhelm Bittrich zei: "Ik heb ooit anderhalf uur besteed aan het proberen een situatie aan hem uit te leggen met behulp van een kaart. Het was behoorlijk nutteloos. Hij begreep er helemaal niets van". GeneralfeldmarschallGerd von Rundstedt beschreef Dietrich als: "Anständig, aber dumm!" (vrije vertaling: fatsoenlijk, maar dom!).[18]
Op 17 februari 1921 trouwde Dietrich met Barbara Seidl (24 april 1896). Het huwelijk wat kinderloos bleef, werd in april 1937 weer ontbonden. In 1937 kreeg Dietrich een relatie met de 22-jarige Ursula Moninger (26 maart 1915 - 1983), de dochter van de bekende brouwer Heinrich Moninger uit Karlsruhe. Moninger was in 1935 getrouwd geweest met de SS-Gruppenführer Karl Brenner. Dietrich en Brenner bleven na de scheiding ook nog vrienden.[18] Dietrich en Moninger kregen drie zonen: Wolf-Dieter (1939), Lutz (20 maart 1943) en Götz-Hubertus (23 november 1944).
Carrière
Dietrich bekleedde verschillende rangen in zowel de Allgemeine-SS als Waffen-SS. De volgende tabel laat zien dat de bevorderingen niet synchroon liepen.
V.l.n.r. Sepp Dietrich, Adolf Hitler en Heinrich Himmler (1937)
Dietrich decoreert manschappen in Metz, Frankrijk (1940)
Sepp Dietrich met zijn vrouw (1942)
Josef (Sepp) Dietrich in geallieerde krijgsgevangenschap (1946)
Bronnen, noten en/of referenties
(en) Ailsby, Christopher. SS: Roll of Infamy. Motorbooks Intl. 1997, ISBN 0-7603-0409-2.
(de) Fellgiebel, Walther-Peer. Die Träger des Ritterkreuzes des Eisernen Kreuzes 1939–1945 – Die Inhaber der höchsten Auszeichnung des Zweiten Weltkrieges aller Wehrmachtsteile. Friedberg, Duitsland: Podzun-Pallas. 2000, ISBN 978-3-7909-0284-6.
(de) Thomas, Franz. Die Eichenlaubträger 1939–1945 Band 1: A–K. Osnabrück, Duitsland: Biblio-Verlag. 1997, ISBN 978-3-7648-2299-6.
(de) Scherzer, Veit (2005). Die Ritterkreuzträger 1939-1945. Scherzers Militaire-Verlag Rena/Janis, Rena/Janis, pp. 250. ISBN 3-938845-00-7. Geraadpleegd op 20 mei 2020.
(fr) Tixier, Thierry (2019). Allgemeine SS - Polizei - Waffen SS Volume 3, SS OBSTGRUF DIETRICH (Geen paginavermelding). ISBN 978-1-326-84038-9. Geraadpleegd op 20 mei 2020.
(en) Yerger, Mark C. (1997). Waffen-SS Commanders; The Army, Corps and Division Leaders of a Legend Augsberger to Kreutz. Schiffer Military History, Atglen, PA, 39,. ISBN 9780764303562. Geraadpleegd op 30 december 2021.
(en) Miller, Michael D., Andreas Schulz, Ken McCanliss (2006). Leaders of the SS & German Police Volume 1. R. James Bender Publishing, San Jose, 249, 250, 251, 254, 258. ISBN 978-93-297-0037-2. Geraadpleegd op 20 mei 2022.
(de) Schulz, Andreas, Günter Wegmann (2003). Die Generale der Waffen-SS und der Polizei Band 1 A-G. Biblio Verlag, Bissendorf, 237, 238, 239, 240, 242, 243. ISBN 3-7648-2373-9.
(de) Preradovisch von, Nikolaus (1985). Die Generale Der Waffen-SS. Kurt Vowinckel-Verlag, Berg am See, p. 10. ISBN 978-3921655412.