Voor het gereedschap dat soms sergeant wordt genoemd, zie Lijmklem.
De rang en functie van sergeant (sgt.) is ontstaan in de middeleeuwen als knecht en schildknaap, in het Latijn serviens.
Geschiedenis
Een knecht moest vechten uit zelfbehoud, omdat oorlog in die tijd bestond uit het neersabelen van iedereen die binnen bereik kwam, ongeacht of deze gewapend of ongewapend was. Hierdoor werd de knecht een ervaren krijger, die wellicht zelf een paard kon berijden, maar die niet rijk genoeg was voor betaling van de benodigde knechten en uitrusting, die hem in aanmerking zouden laten komen voor de titel ridder. Als ervaren strijder werden knechten vaak ingezet om horigen voor te bereiden op een oorlog, ze aan te voeren in het gevecht en te voorkomen dat ze zouden vluchten.
De naam sergeant komt echter pas later. Etymologisch komt het van serre gens, diegene die de rangen van de mannen doet aansluiten. In de napoleontische periode was het van groot belang dat de rijen gesloten bleven, om aan een infanterie-eenheid de nodige vuurkracht te geven. De sergeanten (of guides) liepen links en rechts van het gelid en zorgden ervoor dat de lijn gesloten en recht bleef, ook als er verliezen waren door vijandelijk vuur. Door de eeuwen heen heeft deze functie zich ontwikkeld tot de rang van sergeant, een onderofficier die de praktische leiding geeft in het veld en orders vanuit de staf doorgeeft aan de manschappen.
België en Nederland
In het Nederlandse leger bestaan de volgende rangen: sergeant (OR-5), sergeant eerste klasse (OR-6) en sergeant-majoor (OR-7).
Sergeanten worden aangesproken met hun rang "sergeant", behalve bij de operationele dienst nautische dienst (ODND) van de Koninklijke Marine, die wordt bootsman genoemd.
Een sergeant-majoor wordt aangesproken als majoor (hetzelfde als voor de hoofdofficier; majoor) en bij de ODND met schipper.
In het Belgische leger gaat het om de volgende rangen: sergeant (OR-5), eerste sergeant (OR-6), eerste sergeant-chef (OR-6). Dit zijn 'lagere onderofficieren'. Mits men slaagt voor een examen, wordt men 'keuronderofficier': eerste sergeant-majoor (OR-7) en nadien adjudant (OR-8). Een sergeant wordt aangesproken als 'sergeant'; de aanspreektitel voor zowel de eerste sergeant, de eerste sergeant-chef als de eerste sergeant-majoor is 'chef'. Het staat de keuronderofficier vrij om aan vergelijkende examens voor 'hoofdonderofficier' (OR-9) mee te doen. Na het slagen voor dit examen, en geschikt bevonden door een 'comité' (dat de kandidaten vergelijkt en selecteert op tal van criteria), wordt men, na voldoende anciënniteit, 'adjudant-chef' en eventueel ook (na een nieuw comité) 'adjudant-majoor', wat de hoogste graad der onderofficieren is.
Landmacht
|
Medische dienst
|
Luchtmacht
|
Marine
|
Eerste sergeant-majoor |
|
Eerste sergeant-majoor |
|
Eerste sergeant-majoor |
|
Eerste meester |
|
Eerste sergeant-chef |
|
Eerste sergeant-chef |
|
Eerste sergeant-chef |
|
Meester-chef |
|
Eerste sergeant |
|
Eerste sergeant |
|
Eerste sergeant |
|
Meester |
|
Sergeant |
|
Sergeant |
|
Sergeant |
|
Tweede meester |
|
Sergeant-majoor
In de Verenigde Staten en de legers van de Brits Gemenebest is sergeant-majoor naast een rang ook een functie die wordt toegewezen aan een speciale functionaris die de aanvoerder van de eenheid adviseert, in een militaire eenheid zoals een compagnie, bataljon of regiment. In een compagnie wordt er naar deze functie verwezen als 'CSM' (company sergeant-major), voor een regiment is dit 'RSM' (regimental sergeant-major).
In het Belgische leger worden de RSM en CSM aangeduid door de korpscommandant van elke eenheid (korps). De officiële term voor CSM is 'eenheidsadjudant'. De CSM is voornamelijk verantwoordelijk voor de administratie van het personeel. De RSM is de 'korpsadjudant'. Diegene die de functie van RSM uitvoert, is in het Belgische leger meestal een hoofdonderofficier (adjudant-chef of adjudant-majoor). RSM is eerder een (gerespecteerde) ceremoniële (cumul)functie, maar de RSM is ook verantwoordelijk voor de tucht en de orde in de eenheid.
Zie ook