Stürmer was van Duitse afkomst. Zijn achteroom was een Oostenrijksebaron.[1] Stürmer studeerderechten aan de Universiteit van Sint-Petersburg. Sinds 1872 was hij werkzaam voor de Senaat. In 1892 werd hij voorzitter van de zemstvo van Tver. Hij werd een bekende aan het hof en mede hierdoor werd hij in 1894gouverneur van Novgorod. In 1896 werd hij gouverneur van Jaroslavl, waar hij een financieel wanbeleid voerde. Ondanks zijn reactionaire denkbeelden en de slechte reputatie die hij had opgebouwd, ging zijn carrière bergopwaarts. Hij werd een van de meeste vertrouwde adviseurs van Vyacheslav von Plehve, de reactionaire minister van Binnenlandse Zaken. In 1904 werd hij lid van de Staatsraad, het belangrijkste adviesorgaan van de tsaar.
Boris Stümers carrière kwam tijdelijk tot stilstand tijdens het premierschap van Pjotr Stolypin (1906-1911), maar na de moord op Stolypin in 1911, werd hij ceremoniemeester aan het keizerlijk hof in Sint-Petersburg.[1] In 1913, ter gelegenheid van het 300-jarig bewind van de tsaren uit het Huis Romanov, begeleidde hij de tsaar bij diens reis langs de Wolga. Kort daarna werd hij burgemeester van Moskou.
Boris Stürmer vroeg in 1914, aan het begin van de Eerste Wereldoorlog, de tsaar om toestemming zijn achternaam Stürmer in Panin te wijzigen. De tsaar kon dit besluit niet direct nemen, omdat hij eerst de leden van het adellijk geslacht moest raadplegen. Tot die tijd moest de pro-Duitse Stürmer genoegen nemen met zijn Duitse achternaam.
De aartsreactionaire Stürmer was bijzonder impopulair onder alle lagen van de bevolking. Zijn pogingen om niet-Russen te verplichten om dienst te nemen in het leger maakten zijn regering nog minder populair. De Kirgiezen kwamen tegen de plannen van Stürmer in opstand. Deze revolte, de Oerkoen genaamd, werd hardhandig door het leger onderdrukt (juli1916). Vele duizenden Kirgiezen vluchtten daarop naar China.
Na het mislukken van het groots opgezette Broesilov-offensief viel Stürmer uit de gratie bij de tsaar. Op 23 november1916 werd Stürmer als premier ontslagen. Hierna werd hij benoemd tot grootkamerheer van de tsaar.