Frisch behaalde in 1919 een academische graad in de economie aan de Universiteit van Oslo. Daarna studeerde hij in Parijs en Engeland, alvorens hij in 1925 zijn postdoctoraat in wiskundige statistiek behaalde. Hij werd benoemd tot assistent-professor aan de Universiteit van Oslo in 1925 en tot professor in 1931. Hij richtte in 1932 een economie-instituut op aan de Universiteit van Oslo en werd daar het hoofd van de onderzoeksafdeling.
Frisch deed een aantal belangrijke onderzoeken op het gebied van economie en introduceerde een aantal nieuwe economische begrippen waaronder econometrie. Hij formaliseerde productietheorie (1965) en werkte aan tijdreeksen (1927) en lineaire regressieanalyse (1934).