Volgens Becker is de economie een benadering van samenlevingen en mensen zonder een principiële grens inzake het object.
Beckers economisch model is opgebouwd uit drie elementen:
‘Maximizing behavior’; het maximaliseren van het voordeel en het nut.
‘Verschil in efficiëntie van de markten’; het coördineren van de verschillende participanten zodat hun gedrag consistent wordt.
‘Voorkeuren veranderen niet noemenswaardig door de tijd heen of in vergelijkend perspectief'
Volgens Becker kan men uit deze drie elementen alle economische inzichten afleiden. ('Stijgt de prijs, dan daalt het aanbod en de vraag', 'monopolie en oligopolie benaderen de potentiële vraag slechter dan een competitieve markt, ... ). Verder heeft hij zijn wetten tot buiten de klassieke economie laten uitbreiden: economie als overkoepelende en integrerende sociale wetenschap.
De theorieën van Becker kunnen het best worden samengevat als: 'men kan de centrale stellingen van de economie toepassen op alle vormen van het menselijk gedrag'. Met deze recapitulatie leunt hij het dichtst aan bij George Bernard Shaw; "Economy is the art of making the most of life".[1]
In 2011 eerde de universiteit van Chicago hem met de oprichting van het Becker Friedman Institute for Research in Economics.
Hij werd ziek en overleed op 83-jarige leeftijd.