De Gelderse Poort bevindt zich tussen de stuwwallenMontferland (met de Elterberg) en het Rijk van Nijmegen met Reichswald. Deze zijn gevormd in het Saalien (voorlaatste ijstijd) en waren toen met elkaar verbonden. De Rijn stroomde toen ten zuiden van de stuwwallen, ongeveer daar waar tegenwoordig het dal van de Niers is gelegen.
Toen tijdens het warmere Eemien de gletsjers smolten nam de omvang van de rivier toe en ging veel noordelijker stromen, door het dal van de huidige Oude IJssel.
Tijdens het Weichselien (laatste ijstijd) ging de Rijn ten noorden van het Montferland naar het westen stromen. De Rijn schuurde veel zand weg en deponeerde dat verder naar het westen, en ook in of nabij de huidige Noordzee.
Uiteindelijk werd de stuwwal doorbroken en werden Montferland en het Rijk van Nijmegen gescheiden. Dit nieuwe stroomdal werd door de vlechtende rivier verder uitgeschuurd en verbreed tot ongeveer 20 kilometer. Door de wind vormden zich later rivierduinen, waarop uiteindelijk menselijke nederzettingen, zoals Zyfflich en Millingen aan de Rijn, ontstonden. De rivier ging meanderen en door bochtafsnijdingen ontstonden eilanden, zoals de Düffelward. Vroegere Rijnarmen zijn de Rijnstrangen. De mens legde diverse dijken aan om de verschillende eilanden voor overstromingen te behoeden. Deze dijken hebben later, toen de rivieren zelf bedijkt werden, hun waterkerende functie verloren.
Inrichtingscriteria
Voor de inrichting van het gebied zijn enkele criteria vastgesteld. Deze zijn:
Er moet ruimte worden gegeven aan natuurlijke processen zodat ooibossen weer kunnen ontstaan met de daarbij horende dynamiek.
Veel water dient bij hoogwater tijdelijk opgeslagen te kunnen worden, zodat niet al het water gelijktijdig hoeft te stromen. De uiterwaarden moeten daarvoor worden uitgediept.
Veel klei is uitgegraven, polders zijn aan de natuur overgegeven en kunnen bij hoog debiet water opslaan. Oude geulen zijn weer opengemaakt zodat naast de vaargeul de natuurlijke werking van de rivier weer plaatsvindt. De natuur krijgt daarmee een stevige impuls.
De bijna uitgestorven zwarte populier (Populus nigra) is teruggekeerd. De zaden van deze boom ontkiemen alleen na overstroming.
Toekomst
Voor uitbreiding van De Gelderse Poort zijn grondaankopen gepland ten zuiden van de Waal van 336 ha groot. De Gelderse Poort is een onderdeel van de ecologische verbindingszone die de Veluwe met het Duitse achterland moet gaan verbinden. Hierdoor moet het edelhert op de Veluwe uit zijn isolement komen.
Natura2000 en Nationaal Landschap
Een gebied met een oppervlakte van 6105 ha (op Nederlands grondgebied) is aangewezen als Natura 2000-gebied (landschapclassificatie Rivierengebied, gebiedsnummer 67)[1]. In de Nota Ruimte werd de Gelderse Poort ook als Nationaal Landschap aangewezen (18 560 ha). Hier werd een groter gebied mee aangeduid dat begrensd wordt door de grens met Duitsland en de provincie Limburg.[2]
De kernkwaliteiten van dit nationale landschap die medesturend zijn voor de gebiedsontwikkeling zijn:
De historische landschapselementen van reliëf (oeverwallen en stroomruggen), van waterstaatsgeschiedenis (dijken, overlaten) en van defensie (waterlinies);
De ruimtelijkheid van waardevolle open gebieden (kommen, oude bouwlanden).