Vliegen geldt als een van de grote voormannen van de sociaaldemocraten in de eerste helft van de twintigste eeuw. Vliegen was typograaf en propagandist in Limburg en werd later redacteur van Het Volk. Hij was van huis uit een arbeider, die zich door zelfstudie opwerkte tot een welsprekende afgevaardigde die goed gedocumenteerde betogen hield. Daarnaast werd hij de geschiedschrijver van de vooroorlogse sociaaldemocratie. Als politicus was hij een pragmatischreformist en in 1913 daarom voorstander van regeringsdeelname van de SDAP. Hij keerde zich in 1918 ook tegen Troelstra's revolutiepoging. Naast Eerste- en Tweede Kamerlid en partijvoorzitter was Vliegen tevens wethouder in de gemeente Amsterdam.
Als jonge man in Maastricht redigeerde Vliegen het blad De Volkstribuun waarin hij een recept afdrukte voor het maken van dynamiet. Hij bood ook revolvers en patronen te koop en wekte socialistische meisjes op hun vrijers met Sinterklaas te verrassen met een vernikkelde of geëmailleerde revolver met een doos patronen.
In de Tweede Kamer hield Vliegen zich met name bezig met arbeid, volksgezondheid, financiën, koloniën en binnenlandse zaken. Hij diende in 1913 een initiatiefvoorstel in over verlenging van de openstelling van stembureaus; dit voorstel werd door de Tweede Kamer verworpen. In 1925 interpelleerde hij minister Colijn over de afgraving van de Sint-Pietersberg in de gemeente Maastricht. In 1926 was hij de voornaamste woordvoerder van de voorstanders in zijn fractie van het Verdrag met België. In 1933 interpelleerde hij minister Deckers over diens order waardoor militaire ambtenaren der land- en zeemacht werd verboden aangesloten te zijn of steun te verlenen aan sociaaldemocratische verenigingen. In 1934 interpelleerde hij minister Van Schaik over de uitzetting op last van de burgemeester van Laren (NH) van vier Duitsers naar Duitsland en de toepassing van de Vreemdelingenwet daarbij.
Vliegen leidde op 26 augustus 1894 de oprichtingsvergadering van de SDAP en in 1909 het SDAP-congres in Deventer waar de linkse oppositie onder leiding van Wijnkoop zich afscheidde van de partij. Uit die afscheiding ontstond later de CPN. Als medeoprichter van de SDAP mocht hij in 1946 bij de opheffing van de partij de 'lijkrede' uitspreken. Aanvankelijk vereerde Vliegen de anarchistenleider Ferdinand Domela Nieuwenhuis en noemde daarom zijn oudste zoon Ferdinand.
Het Vliegenbos, een stadsbos in Amsterdam-Noord, werd op zijn initiatief aangelegd en later naar hem vernoemd.
De dageraad der volksbevrijding. Schetsen en tafereelen uit de socialistische beweging in Nederland (1905), 2 delen
Die onze kracht ontwaken deed. Geschiedenis der Sociaaldemocratische Arbeiderspartij in Nederland gedurende de eerste 25 jaren van haar bestaan (1924-1938), drie delen
Kapitalisme in Nederland
Oorsprong, geschiedenis en hedendaagse stand van de socialistische beweging
A.F. Mellink, W.H. Vliegen, politikus-geschiedschrijver, in: Vijfde jaarbroek voor de geschiedenis van socialisme en arbeidersbeweging in Nederland" (1981)
J. Perry, De voorman. Een biografie van Willem Hubert Vliegen (1994)
P. Hofland, Leden van de raad. De Amsterdamse gemeenteraad 1814-1941
Persoonlijkheden in het Koninkrijk der Nederlanden in woord en beeld (1938)
De informatie op deze pagina, of een eerdere versie daarvan, is geheel of gedeeltelijk afkomstig van www.parlement.com. Overname was tot 1 februari 2016 toegestaan met bronvermelding.