Schaper ging al op jonge leeftijd aan het werk en was winkelbediende en later huisschildersgezel. Na een bedrijfsongeval in 1884 kwam hij tijdens zijn herstelperiode van bijna twee jaren in aanraking met de Sociaal-Democratische Bond (SDB) en werd hij lid van de plaatselijke afdeling in Groningen. Schaper volgde in die tijd tekenlessen aan Academie Minerva in zijn geboorteplaats. Hij werd actief propagandist voor het socialisme. In 1889 werd hij secretaris van de SDB. Kort daarna (in 1890) werd hij ontslagen vanwege zijn politieke activiteiten. Hij gaf vanaf 1890 diverse socialistische (week)bladen uit. Hij publiceerde gedichten onder de pseudoniemenArago en Een Arbeider.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog was Schaper lid van het bestuur van de Nederlandsche Anti-oorlogsraad (NAOR), hoofd Groentecentrale en hoofd Fruitcentrale. Na de oorlog was hij onder meer lid van de Hoge Raad van Arbeid (vanaf 1919), lid van de Provinciale Staten van Zuid-Holland (1919–1931) en lid van de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland (1926–1931).
Schaper overleed in 1934 in zijn woonplaats Voorburg. Hij werd begraven in Groningen op de begraafplaats Esserveld. Zijn grafmonument werd gemaakt door Willem Valk.
Trivia
Schaper was een van de weinigen die de nieuwe minister-president De Meester in 1905 kenden, omdat hij weleens bij hem het plafond had geschilderd.