Het Waasland – ook het Land van Waas genoemd – is een Vlaamse regio en geografische streek in het noordoosten van de huidige Belgische provincie Oost-Vlaanderen. Ook de wijk Linkeroever (Antwerpen) behoort tot het Waasland maar is sinds 1923 een deel van de provincie Antwerpen, maar maakt nog deel uit van het Bisdom Gent. Sinds 2023 is het Waasland een van de vijftien erkende Vlaamse regio's door de Vlaamse Overheid.[1]
Etymologie
Zie Waes (toponiem) voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
'Waas' gaat etymologisch misschien terug op het Germaanse 'wasu', dat 'drassige grond' betekent, of op een oud Teutoons woord met de betekenis van 'slijk'. Een andere mogelijkheid is het Middelnederlandse woord 'wastin(n)e', wat 'woeste grond, woestenij' betekent (vgl. Engelse 'wasteland').
De naam 'Wasia' wordt voor het eerste vermeld in 868. De streek is allicht genoemd naar de schorren of aangeslibde kleibanken die vroeger veelvuldig voorkwamen langs de Schelde en de Durme. Het woord 'waze' werd overigens tot in de 16de eeuw gebruikt om zulke schorren aan te duiden. Het neologisme "Waasland" raakte pas in de 20e eeuw ingeburgerd.
Territorium
De begrenzing van het Land van Waas is historisch vastgelegd en sindsdien is het territorium nauwelijks gewijzigd. Linkeroever, waar voor de moderne urbanisatie onder andere de woonkern Vlaams Hoofd en de Borgerweert (samen de Sint-Annaparochie) lag, maakt historisch deel uit van het Waasland. De Borgerweert en een deel van Melselepolder werden in 1923 bij de stad Antwerpen gevoegd, en derhalve bij de gelijknamige provincie. Ook Burcht en Zwijndrecht werden door de provincie Antwerpen geannexeerd. Een en ander ging gepaard met grenscorrecties van de gemeenten Antwerpen, Zwijndrecht, Burcht, Melsele en Kallo.
Het Waasland wordt in het noorden begrensd door de Nederlandse staatsgrens, in het oosten door de Schelde en in het zuiden door de Schelde en de Durme. Sint-Niklaas wordt door vele Waaslanders gezien als de Wase hoofdstad.
In 2024 werd door het Vlaams Parlement de fusie van de Wase gemeenten Kruibeke, Beveren en Zwijndrecht goedgekeurd.[2]
Historisch gezien was er sprake van een Waasgouw (pagus Wasia), in het noordoosten van het graafschap Vlaanderen. Het was oorspronkelijk een overwegend agrarisch, dunbevolkt gebied waar geen steden tot ontwikkeling kwamen. Een groot bosgebied strekte zich uit van west naar oost, het zogenaamde Koningsforeest.
De oudste bewoningskernen bevonden zich op de Cuesta van het Waasland en de zandleemgronden in het zuiden aan de Schelde. Hier zijn sporen uit de Gallo-Romeinse periode teruggevonden. Waasmunster is de oudste parochie van het Waasland, en het Land van Beveren met bijbehorende kastelen was lang het voornaamste politieke centrum.
Het Waasland werd een afzonderlijk rechtsgebied door de Keure van het Land van Waas, die in 1241 door gravin Johanna van Constantinopel werd verleend. In de 14de eeuw verschoof het machtscentrum naar Sint-Niklaas. Er werd besloten het Hoofdcollege te huisvesten in het Landhuis van Waas, hiertoe werd in de 1558 een groot huis gebouwd aan de Grote Markt, dat thans nog steeds bekend staat als Landhuis.[3] De schepenbank van deze Keure vergaderde meestal in Sint-Niklaas, en zetelde daar haar Feodaal Hof van Waas om recht te spreken. Deze Keure bleef van kracht tot het einde van de achttiende eeuw.
In de 19e eeuw groeide de nijverheid, waardoor Temse, Sint-Niklaas en Lokeren grote aantallen arbeiders aantrokken. Desondanks waren er ook veel uitwijkelingen die seizoensarbeid in Holland verrichtten.[4] In de 19e eeuw bloeide de textielnijverheid (Vlas, hoeden (Lokeren) en kant (Beveren)), de blokmakerij en de steenbakkerij (Stekene, Sint-Niklaas, Steendorp en Rupelmonde) uit tot de voornaamste industrie in het Waasland.
Door de loop van Schelde aan de oost- en zuidkant van het Waasland was de streek nogal geïsoleerd. Hieraan kwam een einde door verschillende ontwikkelingen. De opening van de Temsebrug in 1870 (voor treinverkeer, voetgangers en karren) en 1955 (voor autoverkeer) bracht een vaste verbinding naar Klein-Brabant. Voor een vaste verbinding naar Antwerpen was het wachten tot de opening van de Waaslandtunnel (autoverkeer) en de Sint-Annatunnel (voetgangers) in 1933. Daarnaast opende in 1969 de Kennedytunnel voor autoverkeer en in 1970 voor treinverkeer. Ook werden er in de 20e eeuw twee grote snelwegen aangelegd wier traject doorheen het Waasland loopt, de E17 en de expresweg.
De zandgronden in het centrum van het Waasland zijn weinig vruchtbaar, in tegenstelling tot de zandleemgronden in het zuiden. Het noordoosten was aanvankelijk veengebied, dat in de late middeleeuwen intensief afgegraven werd. Bij overstromingen in de zestiende eeuw raakte het volledig onder water. Later is het weer ingepolderd. De streek staat bekend voor zijn typische panorama's van bolle velden (door eeuwenlang rondploegen voor beter drainage) begrensd door knotwilgen.
Het Waasland is van enig belang geweest bij de start van de agrarische revolutie: met name Charles Townshend, een van de eerste 'wetenschappelijke' agronomen was een voorstander van landbouwtechnieken die hij hier ontdekt had, met name het afschaffen van braak in het traditionele drieslagstelsel met toevoeging van klaver en knolgewassen zodat meer vee gehouden kon worden - de productie daarvan kon afgezet worden in Gent en Antwerpen. Ook andere Britten kwamen daardoor in navolging van hem op studiereis naar de Wase landbouw.
Daarnaast is het Waasland bekend voor zijn rijke kleigronden, waarvan de Wase steenbakkerij zeer gekend was.
Cultuur & identiteit
In 2011 werd een onderzoek gedaan naar de Wase identiteit.[5] Het winnende onderzoek werd online gepubliceerd.[5] Kanunnik Amaat Joos onderzocht in 1900 met zijn idioticon de Wase dialecten.[5]
Heraldiek
Sinds de zestiende eeuw gebruikte de Keure van het Land van Waas de raap als symbool. De Wase landbouw stond destijds immers bekend om de rapenteelt binnen het vierslagstelsel, die bijdroeg aan een meer vruchtbare bodem en die 's winters kon dienen als voedsel voor het vee. Tien Wase (deel)gemeenten namen bijgevolg de raap op in hun wapenschild. Het wapenschild van het Land van Waas ("in keel een raap van natuurkleur") staat onder meer afgebeeld op de gevel van de Cipierage in Sint-Niklaas, die sinds 1662 dienstdeed als gevangenis voor de hele Keure. Ook Waasse Club en Wase Club, studentenverenigingen voor Wase studenten in Leuven en Gent respectievelijk, gebruiken de raap en daaruit afgeleide kleuren in hun wapenschild.
Acht Wase gemeenten - Beveren, Kruibeke, Lokeren, Sint-Gillis-Waas, Sint-Niklaas, Stekene, Temse en Waasmunster - werken sinds 1968 samen in het intergemeentelijk samenwerkingsverband Interwaas (tot 2009 bekend als I.C.W.).[8] In 2014 is ook de gemeente Moerbeke tot Interwaas toegetreden, en in 2016 ook de gemeente Zwijndrecht. Deze intercommunale houdt zich bezig met talrijke domeinen, van projectontwikkeling, over het beheer van de Waaslandhaven (via een nieuw akkoord, gepland voor 2015), tot bibliotheken (als BiblioWaas) en erfgoed (als Erfgoedcel Waasland[9]). Ook bestaat er de Opdrachthoudende Vereniging voor Huisvuilverwerking Midden-Waasland (MIWA), een afvalintercommunale.
↑Tot de gemeentefusies maakte het dorp Klein-Sinaai deel uit van de gemeente Sinaai. In 1977 werd het grootste gedeelte van Sinaai bij Sint-Niklaas gevoegd, maar Klein-Sinaai bij Stekene.