Al in de 12e eeuw bestond Kallo, toen bekend als Calloo, als dorp in het Land van Waas. Op bevel van de graaf van Holland, Willem III van Holland, werd in 1316 het dorp in brand gestoken en vervolgens onder water gezet. In 1582 werd ter bescherming tegen de Spanjaarden het Fort Liefkenshoek gebouwd. In 1583 werd door de hertog van Parma een onderwaterzetting bevolen die 70 dagen duurde. Het fort werd in 1584 door de Spanjaarden veroverd.
Alexander Farnese (zoon van de Hertogin van Parma en landvoogd der Nederlanden voor Filips II) liet in 1584, tijdens het beleg van Antwerpen, bij Kallo een 800 meter lange schipbrug over de Schelde bouwen. Alle scheepvaartverkeer naar Antwerpen werd hierdoor geblokkeerd. Mede door deze blokkade viel Antwerpen op 17 augustus 1585 in Spaanse handen.
Het Hof ten Damme, een 18de-eeuwse herenwoning, gebouwd op de plaats van een vroeger 14de-eeuws Fort van Kallo.
Het voormalig gemeentehuis uit 1911
Rietveld Kallo, ten zuiden van het dorp, in de periode 2008-2012 aangelegd ter compensatie van het biotoopverlies door de aanleg van de Antigoontunnel.[1]
Kallo ligt in het gebied van de Wase Scheldepolders, direct ten zuiden van de Kallosluis, die vanuit de Schelde toegang verleent tot het Waaslandkanaal. Een groot deel van de omgeving heeft door de aanleg van de Waaslandhaven en bijbehorende infrastructuur veel van het oorspronkelijke karakter verloren. Aan de rand van het havengebied zijn nieuwe natuurgebieden ontstaan, zoals Haasop, Groot Rietveld en het Fort Sint-Marie.
Kallo beschikte over twee klassieke thermische centrales (gevoed door aardgas en/of stookolie) die samen een vermogen leverden van ongeveer 500MW. De centrales werden omstreeks 1972 in dienst genomen, ware het niet dat er toen plannen waren om acht centrales naast elkaar te bouwen. Omwille van de oliecrisis van de jaren 70, werden er in Doelkerncentrales gebouwd, en ging de bouw van de resterende zes centrales niet door. Op 30 juni 2011 werd de centrale definitief stilgelegd.