Het militair district Kiev zond hem naar Volodymyr op de grens met het in de Poolse Veldtocht door de Duitsers veroverde Polen als plaatsvervangend commandant van de verkenningscompagnie van het 41e bataljon verkenners van de 41e tankdivisie ven het 22e gemechaniseerde korps van het 5e leger. Hij verbleef in het privé-appartement van een Poolse dame. Op 15 juni 1941 zei zijn gastvrouw:
Meneer de Luitenant, ze zeggen van de andere kant dat de oorlog op de 22e zal beginnen.
Vanaf oktober 1945 was Koelikov plaatsvervangend commandant van het 3e Garde Tankregiment in de 3e Garde Tankdivisie van de Noordelijke Groep van Strijdkrachten in Polen. In 1947 studeerde hij af aan hogere officiersschool voor gepantserde en gemechaniseerde troepen te Leningrad. Daarna diende hij op het hoofdkwartier van tankregimenten in de militaire districten Wit-Rusland en Turkestan. In 1953 studeerde hij af aan de Froenzeacademie. Hij werd commandant van het 155e gemechaniseerde regiment, dan stafchef en vanaf juli 1955 commandant van de 69e gemechaniseerde divisie in het militair district Odessa. Vanaf mei 1957 was hij commandant van de 118e gemotoriseerde divisie fuseliers.[1] In 1959 studeerde hij af aan de Militaire Academie van de Generale Staf van de Strijdkrachten van de USSR. Van november 1959 tot maart 1961 was hij plaatsvervangend commandant voor gevechtstraining en hoofd van de afdeling gevechtstraining van het 5e Garde Tankleger in het militair district Wit-Rusland.
In 1961-1962 reisde hij naar Ghana als militair adviseur. Vanaf februari 1962 was hij 1e plaatsvervangend commandant van het 6e leger in het militair district Leningrad. Vanaf 8 juni 1964 was hij commandant van dit 6e Leger met hoofdkwartier in Petrozavodsk. Daarna was hij commandant van het 2e Garde Tankleger van de Groep van Sovjetstrijdkrachten in Duitsland. Op 4 mei 1967 benoemde Leonid Brezjnev hem tot commandant van het militair district Kiev.
In mei 1992 ging Koelikov met pensioen met eretitel adviseur van het Ministerie van Defensie der Russische Federatie en hij kreeg een gepersonaliseerd pistool. Hij was van 1999 tot 2003 plaatsvervanger in de Doema van de Federale Vergadering van de Russische Federatie van de 3e convocatie en voorzitter van de commissie Veteranenzaken van de Doema. Hij was lid van de Hoge Raad van de partij Verenigd Rusland. Op 9 mei 1995 paradeerde hij op het Rode Plein te Moskou ter herdenking van 50 jaar overwinning in de Tweede Wereldoorlog. Hij stierf op 28 mei 2013 te Moskou en werd er op 31 mei 2013 naast zijn vrouw begraven op de Novodevitsji-begraafplaats.[2]
Gezin
Zijn vrouw Maria Maksimovna Koelikova (1922 - 2011) was chirurgische verpleegster in de Tweede Wereldoorlog. Ze kregen twee dochters Valentina en Lydia. Hij had kleinzoons Sergej, Nikolaj en Aleksej.
Held van de Sovjet-Unie 3 juli 1981 “voor de grote bijdrage aan de opbouw van de strijdkrachten van de USSR, de bekwame leiding van de troepen, persoonlijke moed en moed getoond in de strijd tegen de nazi-indringers tijdens de Grote Patriottische Oorlog, en in verband met de zestigste verjaardag”
Orde van Verdienste voor het Vaderland 2e klasse 10 juli 2001 “voor zijn grote bijdrage aan de versterking van het defensievermogen van het land en actieve wetgevende activiteit.”
Orde van Verdienste voor het Vaderland 3e klasse 3 juli 1996 “voor diensten aan de staat en een grote persoonlijke bijdrage aan de ontwikkeling en hervorming van de strijdkrachten van de Russische Federatie.”
Orde van Verdienste voor het Vaderland 4e klasse 23 juni 2011 “voor diensten bij het versterken van het defensievermogen van het land en vele jaren van actieve sociale activiteit.”
Orde van de Eer (Russische Federatie) 5 juli 2006 “voor verdiensten bij het versterken van het defensievermogen van het land en groot werk in de patriottische opvoeding van jongeren”
Viermaal Leninorde 2 juli 1971, 21 februari 1978, 3 juli 1981 en 19 februari 1988.
School nr. 5 in Nevinnomyssk, waar hij studeerde draagt zijn naam.
In Moskou hangt sinds 2 februari 2018 een gedenkplaat in de Spiridonovka-straat nr. 18.
Hij werd ereburger van Nevinnomyssk in 1973, Rzjev in 1998 en Orjol in 2004.
Bibliografie
Koelikov schreef:
“Oorlog: reflecties van de maarschalk van de Sovjet-Unie” Koetsjkovo 2008 318 pagina’s, oplage 1000 exemplaren ISBN 978-5-9950-0026-6
“Wanneer een fout erger is dan een misdaad. Afghanistan: nieuwe beoordelingen en conclusies” Tijdschrift voor militaire geschiedenis 1996 Nr. 6 p. 86 - 90