De Preis von Baden-Württemberg was eenmalig in het leven geroepen als vervanging van de Grand Prix van Zuid-Afrika. Die was in september 1985 op de kalender gezet, maar tijdens het FIM-najaarscongres wist de Russische afgevaardigde (met steun van alle Oostbloklanden en alle Zuid-Amerikaanse landen) te bewerkstelligen dat Zuid-Afrika en alle Zuid-Afrikaanse motorsporters werden uitgesloten van deelname aan FIM-wedstrijden. De Zuid-Afrikaanse Grand Prix zou op 22 maart het seizoen geopend hebben met de 250- en de 500cc-klasse. Wat dat betreft had men in Hockenheim een wat vreemde vervanger, want juist die twee klassen kwamen niet aan de start. Dat verklaarde waarschijnlijk ook het lage aantal toeschouwers: ca. 10.000. Twee wereldkampioenschappen stonden nog open, maar waren vrijwel beslist: in de 125cc-klasse had Luca Cadalora aan de vierde plaats voldoende en in de zijspanklasse mochten Alain Michel en Jean-Marc Fresc eveneens vierde worden om de titel veilig te stellen.
In de 125cc-race vochten dezelfde coureurs om de eerste plaats, die het hele seizoen gedomineerd hadden: Luca Cadalora, vrijwel zeker wereldkampioen, Fausto Gresini, die nog een kleine kans op de titel had, Domenico Brigaglia, zeker van de derde plaats in de eindstand en Bruno Kneubühler, Ezio Gianola en August Auinger, die vochten om de vierde plaats in de eindstand. Er werd regelmatig van positie gewisseld. In de laatste ronde deed Cadalora in het Motodrome een laatste aanval op Gresini, maar die mislukte. Gresini won voor Cadalora, Auinger, Gianola, Kneubühler en Brigaglia. Voor Gresini was het niet genoeg om de wereldtitel te pakken, die ging naar Cadalora. Auinger eindigde als vierde in het wereldkampioenschap.
De dag nadat Ángel Nieto bekend had gemaakt definitief te zullen stoppen met racen, wilde het Ducados-Derbi team alles in het werk stellen hem deze race te laten winnen. Nieto had echter nog maar één keer het podium gehaald, in Spanje, toen het Krauser-fabrieksteam nog niet zo sterk was als nu. Inmiddels had Ian McConnachie een fabrieks-Krauser gekregen en voor deze gelegenheid kreeg ook Gerhard Waibel een Krauser-fabrieksmotor. Waibel ging er vanaf poleposition meteen vandoor, terwijl Jorge Martínez en Ángel Nieto hem probeerden te volgen. In de vierde ronde riskeerde Martínez daarbij te veel en hij ging onderuit. Nieto leek zich tevreden te moeten stellen met de tweede plaats, maar in de voorlaatste ronde brak zijn drijfstang. Stefan Dörflinger en Ian McConnachie waren slecht gestart. Dörflinger werkte zich nog op naar de tweede plaats, maar McConnachie viel uit door een vastloper. Hans Spaan reed een probleemloze race en werd derde, waardoor hij in de eindstand van het wereldkampioenschap opschoof naar de vierde plaats.
Zowel voor Egbert Streuer/Bernard Schnieders als voor Steve Webster/Tony Hewitt telde in Hockenheim alleen de overwinning. Dan moesten ze ook nog hopen dat Alain Michel/Jean Marc Fresc uit zouden vallen, want als ze de finish haalden zouden ze zeker bij de eerste vier eindigen. De problemen voor Michel begonnen feitelijk al bij de start. Hij miste de aansluiting bij de kopgroep die bestond uit Rolf Biland/Kurt Waltisperg, Streuer/Schnieders en Webster/Hewitt. Michel moest afrekenen met Frank Wrathall, Theo van Kempen, de gebroeders Zurbrügg en Masato Kumano. Hij reed geen moment op de vierde plaats die hij nodig had om wereldkampioen te worden, vooral door problemen met de D-sluiting van zijn helm, die los zat waardoor de helm op de snelle stukken omhoog kroop. Michel moest daardoor rechtop gaan zitten en verloor veel snelheid. De koplopers wisten niets van de problemen van Alain Michel en vochten om de overwinning. In de laatste ronde leidde Rolf Biland, maar in de Sachskurve zette Streuer zijn combinatie ernaast, met de stroomlijnkuip tegen die van Biland en het zijspanwiel in de berm. Het was genoeg voor de overwinning, maar bij het passeren van de streep wist hij nog niet dat hij wereldkampioen was. Eerst moest hem worden verteld dat Michel/Fresc vijfde waren geworden. Ze stonden nu gelijk op 75 punten, maar Streuer had vijf overwinningen geboekt en Michel slechts een.
Sponsor Mike Krauser was na afloop woedend op zijn team en vooral op Rolf Biland. Die was echter ook kwaad op zichzelf want hij had in de laatste honderden meters twee fouten gemaakt: allereerst had hij Egbert Streuer de kans gegeven om hem in de Sachskurve te passeren, maar hij had ook voor de finishlijn moeten wachten op zijn stalgenoot Alain Michel. Die was dan vierde geworden en had daarmee de wereldtitel behaald. Ter verdediging van Biland moet worden vermeld dat hij geen idee had over de positie van Michel in de race.
Verrassing voor Reinhold Roth
In Hockenheim kreeg Reinhold Roth het bericht dat hij in het seizoen 1987 de enige rijder zou worden van het HB-Römer-team, maar daarmee was de verrassing nog niet compleet. Het team had twee Honda NSR 500-viercilinders voor hem geregeld en bovendien kreeg hij technische ondersteuning van Sepp Schlögl, die jarenlang steun had gegeven aan Toni Mang.
Bronnen
Motor Magazine
Moto 73
Voetnoten
↑Derek Jones kon niet starten omdat bakkenistBrian Ayres tijdens de training geblesseerd was geraakt. De Belgische 80cc-coureur Chris Baert bood aan als vervanger te fungeren, maar kon het na twee trainingsronden niet meer volhouden.