In tegenstelling tot eerdere jaren, toen de hoge reiskosten voor veel coureurs een bezwaar waren om naar Zuid-Afrika af te reizen, waren er nu tamelijk veel inschrijvingen: 51 in de 250cc-klasse en 29 in de 500cc-klasse. De Japanse coureurs kregen van hun eigen bond een startverbod vanwege de apartheidspolitiek. Nog voor er een meter gereden was moesten de coureurs aan het werk om de baan gebruiksklaar te maken. Een regenbui had een gedeelte van het asfalt weggespoeld en hoewel dat weer hersteld was moest er geveegd worden om het nieuwe asfalt schoon te krijgen. Dat deden de coureurs graag. Minder gelukkig was men met het door de circuiteigenaren ingehuurde "veiligheidspersoneel", dat met wapenstokken en zelfs vuurwapens door het rennerskwartier liep.
500cc-klasse
De training
De training van de 500cc-klasse werd vooral gekenmerkt door de zware valpartijen van Raymond Roche en Christian Sarron, die op bijna dezelfde plaats vielen. Volgens hun teamleiders lag het bij Roche aan een koelwaterlekkage en bij Sarron aan gelekte olie uit de versnellingsbak. Ze konden allebei starten, maar waren allerminst fit. Sarron had voor zijn val al een uitstekende tijd gereden, waardoor hij op de derde startplaats stond. Freddie Spencer was de snelste in de training, maar iedereen wist toen al dat hij in zijn ene snelle ronde zoveel van zijn banden had gevergd dat hij dit geen hele race kon volhouden.
Al binnen enkele ronden ontstonden er drie vechtende duo's in de 500cc-race. Aan de leiding ging Freddie Spencer met in zijn spoor Eddie Lawson. Enkele seconden daarachter vochten de beide Honda-UK-rijders Ron Haslam en Wayne Gardner en daar weer achter de beide fabrieks-Yamaha's van Christian Sarron en Raymond Roche. Terwijl de Haslam/Gardner en Sarron/Roche regelmatig van positie wisselden, bleef Spencer zeven ronden lang voor Lawson rijden. Toen nam Lawson de kop over, maar Spencer leek hem zonder moeite te kunnen volgen. Zes ronden voor het het einde nam Spencer tot twee keer toe de eerste bocht van de "esses" te ruim, wat leek te duiden op versleten banden. Hij verloor het contact en vanaf de vierde ronde voor de finish begon Lawson echt weg te lopen en hij won voor Spencer, Gardner, Haslam en Randy Mamola, die na een slechte start Roche en Sarron had ingehaald. Men vermoedde dat Spencer vermoeidheidsproblemen had gehad nadat hij een uur eerder de 250cc-race gewonnen had, maar Spencer ontkende dat. Hij vertelde dat hij - waarschijnlijk door de ijle lucht - ademhalingsmoeilijkheden had gekregen. Raymond Roche bezweek onder de druk van Mamola en viel. Hij kon zijn machine nog oprapen, maar gaf uiteindelijk op.
Freddie Spencer was van plan om in de 250cc-race snel een gat te slaan met de concurrentie om daarna rustiger te kunnen rijden en zijn krachten te sparen voor de 500cc-race. Dat lukte. Toni Mang en Carlos Lavado konden hem een tijdje volgen en soms zelfs de leiding nemen, maar na een ronde of tien had Spencer een gat geslagen. Mang en Lavado vochten om de tweede plaats, maar de slecht gestarte Mario Rademeyer kwam zeer snel naar voren. Hij passeerde de achtervolgende groep met o.a. Stéphane Mertens, Jean-François Baldé, Fausto Ricci en Martin Wimmer en niet veel later ook Mang en Lavado. Het gat van 4 seconden naar Spencer wist hij ook te verkleinen, tot zijn motor toeren begon te verliezen. Plotseling was Mang weer tweede, maar Rademeyer wist toch nog derde te worden voor Lavado.
Geld was al na deze openingsrace voor enkele rijders een probleem. De Zuid-AfrikaanMario Rademeyer reed een prima race met zijn 1984 Yamaha TZ 250productieracer en had inmiddels een Britse racelicentie, waardoor hij bijvoorbeeld in Joegoslavië niet meer geweigerd kon worden vanwege de apartheidspolitiek, maar hij had geen geld om naar de overige GP's te gaan. Datzelfde gold voor Thierry Espié, die na zijn tiende plaats huilend in het rennerskwartier zat. Ook hij had geen sponsors en dus geen geld om het seizoen voort te zetten.
Geen onderdelen
Boet van Dulmen had na veel problemen met de Stichting Nederlands Racing Team uiteindelijk via Honda-Nederland een Honda RS 500 R gekregen, maar kon zijn eerste ritten pas maken in Zuid-Afrika. Hij trainde zoveel dat zijn zuigers en zuigerveren eigenlijk vervangen moesten worden, maar die waren zowel in Johannesburg als in Ridderkerk niet aangekomen. Hij startte dus met een versleten motor, die veel te warm werd waardoor hij het gas moest dichtdraaien.