Op 25 februari 1907 werd Peter Sommer in Hildesheim geboren. Peter Sommer wordt in sommige bronnen een kwart Jood genoemd, en in één document staat: dat hij in 1936 niet uit het leger werd ontslagen omdat zijn vader als Hauptmann was omgekomen in de Eerste Wereldoorlog.
In 1925 trad Sommer in dienst van de Reichsheer, en werd geplaatst in het 6. Infanterie-Regiment (6e Infanterieregiment). Hij diende tot 1937 hoofdzakelijk als adjudant in verschillende eenheden. Op 1 februari 1929 werd hij bevorderd tot Leutnant (tweede luitenant). Na het doorlopen van de militaire academie, nam Sommer de functie van 3e Generale Stafofficier in de 22e Infanteriedivisie. Tijdens het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, diende Sommer in als 3e Generale Stafofficier. In de 22e Infanteriedivisie diende hij samen met zijn latere vriend Kurt Ditzen, die daar ordonnansofficier (Ic) was.
Begin 1941 diende Sommer als 1e Generale Stafofficier (Ia) in de 98e Infanteriedivisie. En nam deel aan de Operatie Taifun. In november 1942 werd hij benoemd tot commandant van het 282e Grenadiersregiment, deze functie vervulde hij tot midden 1943.
Met de overplaatsing van Walter Krüger naar het VI SS Korps werd Sommer ook als stafchef overgeplaatst naar dit korps[3]. Op 15 januari 1945 eindigde zijn detachering in de Waffen-SS, en werd Sommer tot commandant van het Grenadier-Regiment 368[1] benoemd. Andere bron vermeldt: dat Sommer tot commandant van de Infanteriedivisie Köslin - Infanteriedivisie Pommernland[9] werd benoemd.
Van januari 1945 tot februari 1945 was hij commandant van de nieuw opgerichte Infanteriedivisie Köslin, en werd met de divisie naar het front van Heeresgruppe Weichsel (Legergroep Weichsel) gestuurd. In februari 1945 nam hij vervolgens het commando over van de Infanteriedivisie Pommernland, die opgericht was uit de Infanteriedivisie Köslin. Tijdens gevechten raakte Sommer door een granaatsplinter gewond.
Na de Tweede Wereldoorlog bekleedde Peter Sommer verschillende officiële functies en was hij actief in verschillende vakbonden. Vanaf 1952 tot 1957 was hij gekozen directeur, en daarvoor was hij plaatsvervangend directeur voor de Duitse Visserij reclame Bremerhaven (DFW) geweest. In 1953 werd op basis van zijn idee de wetenschap van de voeding van de Deutschen Fischwirtschaft (EWB) (Duitse Visindustrie) opgericht. Vanaf juli 1957 was Sommer directeur van het Deutsche Gesellschaft für Ernährung (DGE) in Frankfurt am Main. Vanaf 1963 werkte hij voor de Nordsee-Zeitung, ter ondersteuning van zijn vriend Kurt Ditzen. Omstreeks 1969 werd hij vermeld als uitgeversdirecteur van de Noordwest-Duitse uitgeverij Ditzen & Co KG., die de Nordsee-Zeitung uitbracht, in Bremerhaven. Eind 1972 ging hij met pensioen.
Over het verdere verloop van zijn leven is niets bekend. Op 17 maart 1978 stierf Sommer in Bremerhaven.
Carrière
Sommer bekleedde verschillende rangen in zowel de Heer als Waffen-SS. De volgende tabel laat zien dat de bevorderingen niet synchroon liepen.
(fr) Tixier, Thierry (2019). Allgemeine SS - Polizei - Waffen-SS Volume 2, SS STAF (Geen paginavermelding). ISBN 978-1-326-41182-4. Geraadpleegd op 7 januari 2022.
(en) Mitcham, Jr., Samuel W.. German Order of Battle: Volume Two: 291–999th Infantry Divisions, Named Infantry Divisions, and Special Divisions in WWII. Stackpole Books, Mechanicsburg, PA, 217, 218, 225. ISBN 978-0811748445. Geraadpleegd op 7 maart 2022.
(en) Kursietis, Andris J. (1999). The Wehrmacht at War 1939-1945; The Units and Commanders of the Ground Forces during World War II. Aspekt, pp. 235. ISBN 90-75323-38-7. Geraadpleegd op 7 maart 2022.