In 1893 werd Battista "Pinin" Farina geboren; de bijnaam 'Pinin' (ukkie) dankte hij aan het feit dat hij het tiende kind in het gezin was. Op elfjarige leeftijd begon hij te werken in het bedrijf van zijn broer, tot hij op 22 mei1930 zijn eigen firma oprichtte: Carrozzeria Pinin Farina. Aanvankelijk werden alleen carrosserieën gebouwd voor individuele klanten of in beperkte hoeveelheden voor productiewagens. Door de goede naam die Farina had opgebouwd, kwam er snel samenwerking met de grote Italiaanse automerken Alfa Romeo, Lancia en Fiat. In 1951 werd het Franse merk Peugeot toegevoegd aan de klantenlijst van Pinin Farina.
In 1952 kwam er een samenwerking tot stand met Ferrari en tot op heden staat Pininfarina nog steeds in voor de carrosserieën van zo goed als alle sportwagens van Ferrari. In 1958 ging Pinin Farina een samenwerking aan met de British Motor Corporation voor de restyling van het gehele gamma aldaar, waar vele merken onder vielen.
In 1961 droeg Battista op 68-jarige leeftijd het bedrijf over aan zijn zoon Sergio en zijn schoonzoon Renzo Carli. Tevens kreeg hij de toestemming van de president van Italië om zijn naam te veranderen in Pininfarina. Op 3 april1966 overleed Battista Pininfarina in Lausanne.
Eind jaren-1950 en jaren-1960 was de firma toonaangevend met de 'trapeziumstijl', allereerst te zien bij de introductie van de 'Farina's' zoals de Wolseley 15/60 en Morris Oxford series V van de British Motor Corporation in 1958 en 1959. Later is deze stijl overgenomen in de Peugeot 404 on 1960 en de Fiat 1800. Andere merken en ontwerpers volgden de strakke lijnen van deze modellen. Tijdens de jaren zeventig werd Pininfarina omgebouwd tot de industriële groep Pininfarina S.p.A. en werd R&D steeds belangrijker.
21e eeuw
Inmiddels ontwerpt Pininfarina meer dan alleen maar auto's. Ook de nieuwe hogesnelheidstrein V250 waarmee NS Hispeed vanaf 2009 Amsterdam met Brussel zou gaan verbinden, is door het bedrijf ontworpen.
Andrea Pininfarina, kleinzoon van oprichter Battista Farina, was de topman van het bedrijf tot zijn overlijden op 7 augustus 2008. Hij werd in Turijn op zijn scooter door een auto geschept. Hij is op 13 augustus opgevolgd door zijn jongere broer, Paolo Pininfarina, die op 28 augustus 2008 50 jaar is geworden.
Op 31 december 2008 is een kaderovereenkomst gesloten om Pininfarina van een faillissement te redden. De schulden waren opgelopen tot 600 miljoen euro. De overeenkomst behelst dat er geen nieuwe productiecontracten worden gesloten en dat de huidige contracten gecontinueerd worden tot uiterlijk 2011 (Alfa Romeo Brera en Spider, Ford Focus Coupé-Cabriolet). Pininfarina gaat zich exclusief toeleggen op de productie van elektrische auto's (B0 ofwel B-zero). Het bedrijf komt in handen van de banken waarbij het aandeel van de familie wordt gereduceerd tot 4,5%.
In december 2015 werd bekendgemaakt dat Pininfarina in Indiase handen komt.[1] Het Mahindra-conglomeraat neemt voor 25 miljoen euro het aandelenbelang van 76% van Pincar in het bedrijf over en zal een bod doen op de resterende aandelen die op de Borsa Italiana staan genoteerd. De twee bedrijven hebben al eerder samengewerkt bij de ontwikkeling van enkele automodellen.[1] Pininfarina heeft de afgelopen tien jaar alleen maar verliezen geleden en zocht een financieel sterke partner.[1] Om minder afhankelijk te zijn van de automobielindustrie heeft Pininfarina al een aparte afdeling voor industriële ontwerpen opgezet. De overeenkomst met Mahindra zal in het eerste halfjaar van 2016 worden afgerond.[1]