Štukelj won in 1922 de wereldtitel aan de rekstok, brug en ringen. Tijdens de Olympische Zomerspelen 1924 won Štukelj de gouden medaille aan de rekstok en in de meerkamp. Bij aankomst in Parijs moest Štukelj op zoek naar een slaapplaats.
[1]
In 1926 prolongeerde Štukelj zijn wereldtitels aan de rekstok en de ringen. In 1928 won Štukelj olympisch goud op zijn favoriete toestel[1] de ringen en olympisch brons in de meerkamp en de landenwedstrijd. Aan de Olympische Zomerspelen 1932 kon Štukelj niet deelnemen omdat de Joegoslavische bond de reiskosten naar het Amerikaanse Los Angeles niet kon betalen. In 1936 won Štukelj zijn laatste olympische medaille door middel van een zilveren medaille aan de ringen.
In 1996 bestonden de Olympische Zomerspelen honderd jaar en was Štukelj tijdens de spelen van dat jaar in het Amerikaanse Atlanta eregast omdat Štukelj de oudste levende olympisch kampioen was op dat moment. Štukelj mocht onder andere mede de Olympische vlag binnen brengen tijdens de openingsceremonie en medailles uitreiken bij de meerkamp. In 1987 ontving Štukelj van het Internationaal Olympisch Comité de Olympische orde in zilver.
Van beroep was Štukelj jurist. Op hoge leeftijd hield hij zich bezig met de privatisering van staatsondernemingen. Zijn levensdoel op hoge leeftijd was de afloop kennen van het uiteenvallen van Joegoslavië. [1]
in de meerkamp aan de rekstok 4e in de landenwedstrijd 4e op sprong 20e aan de brug 4e aan de ringen 10e op het op paard voltige 10e bij het touwklimmen 17e bij de zijwaartse sprong