Rond 1300 moet hier al een kasteel hebben gestaan, dat was gebouwd door Frederick de Hekere. Het was het hoofdkwartier van de Van Heeckerens bij de strijd tussen de Heeckerens en Bronckhorsten. In 1597 erfde Evert van Lintelo het huis samen met kasteel de Marsch. De schade die in de Tachtigjarige Oorlog aan het huis was aangericht, werd door de Van Lintelo's hersteld en zij breidden het ook aanzienlijk uit. In die tijd schreef men over het resultaat: wegens zijne weytsheid meer gelijkend op een vorstelijke dan op een edelmanswoning.
Sloop en nieuwbouw
Na een groot aantal wisselingen van eigenaar werd het huis in 1816 voor het grootste deel gesloopt door Jan Derk Langenberg. Het overgebleven deel werd in 1905 ingrijpend verbouwd, maar vervolgens in 1919 alsnog gesloopt. In dat jaar bouwde het echtpaar Van der Harst-Janssen het huidige landhuis naar een ontwerp van architect A.J. Jansen[1] uit Eefde. Mogelijk zijn de kelders nog 16de-eeuws. Het landgoed werd in 1921 opgedeeld. In 1935 werd de 17e-eeuwse tuin gewijzigd in een Engelse tuin ontworpen door J.D. Zocher. De laatste particuliere eigenaar, T.T. van Ewijck van de Bilt-Vellinga, schonk huis met gronden in 1986 aan Het Geldersch Landschap. Het landgoed is toegankelijk voor het publiek, behalve het huis en directe omgeving.