De oudste vermelding dateert uit 1403: Rutger van Bommel ontving toen het kasteel en de heerlijkheid als leen van de hertog van Gelre. De familie Van Riemsdijk volgde in 1455 als eigenaar op. Na 1538 wijzigden zowel de leenheer als de leenman: het Land van Cuijk gaf Maasbommel in leen uit aan de familie Van Ravenschot.
In 1676 staken Franse troepen het kasteel in brand. De ruïne en de heerlijkheid werden in 1734 aangekocht door de graaf Van Bylandt. Kort daarna is op de plek van het kasteel een nieuw huis neergezet, dat eind 19e eeuw door Frans Willem van Randwijck tot een boerderij werd verbouwd.
Beschrijving
Twee 18e-eeuwse tekeningen van Abraham Rademaker tonen de ruïne van het kasteel. Het is echter niet duidelijk welke van de twee tekeningen het kasteel Maasbommel laat zien: de ene tekening (uit 1718-1719) toont een ronde toren en zwaar muurwerk, de andere (uit 1700) een rechthoekige toren en een poorttoren. Wellicht betreft het gebouw met de vierkante torens een ander huis in Maasbommel, namelijk de Blauwe Kamer.
Het kasteelterrein is nog steeds herkenbaar aan de restanten van de ronde gracht.
Bronnen, noten en/of referenties
Vredenberg, Jan (2013). Kastelen in Gelderland. Matrijs, Utrecht, "West Maas en Waal", p. 483.
Schulte, A.G. (1986). Het Land van Maas en Waal. Staatsuitgeverij, Den Haag / Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist, "Maasbommel", p. 295-296. Gearchiveerd op 17 november 2022.