Leonhardt groeide in een muzikale omgeving op. Zijn vader George - fabrikant, Mahlerliefhebber en jarenlang secretaris van de Nederlandsche Bach Vereeniging - bekostigde voor zijn 15-jarige zoon een (naar historische voorbeelden gebouwd maar in wezen modern-geaard) klavecimbel. In dezelfde periode ontwikkelde hij grote belangstelling voor het historische orgel. De zus van Gustav, Trudelies Leonhardt werd pianiste.
Na zijn gymnasiumtijd en eerste muziekstudies in Nederland trok Gustav Leonhardt in 1947 naar de Schola Cantorum Basiliensis in Bazel en studeerde er tot 1950 orgel, klavecimbel en muziekwetenschap bij Eduard Müller waar hij cum laude afstudeerde. Hij vertrok vervolgens naar Wenen en realiseerde er zijn eerste plaatopname, met Die Kunst der Fuge. In 1955 werd hij docent klavecimbel aan het Conservatorium van Amsterdam en richtte hij zijn eigen ensemble op, het Leonhardt Consort, met zijn Zwitserse vrouw Marie Leonhardt-Amsler als concertmeester.
Leonhardt is een van de grondleggers van de "authentieke uitvoeringspraktijk" en verrichtte veel pionierswerk, waarbij personen als Hans Brandts Buys en Anthon van der Horst hem waren voorgegaan. Beroemd zijn zijn talloze opnamen van klavecimbel- en orgelwerken van Johann Sebastian Bach. Talloze andere componisten uit de internationale renaissance- en barokmuziek heeft hij aan de vergetelheid ontrukt of op de voorgrond geplaatst. Hij bevorderde als aanschaf-adviseur voor derden (waaronder leerlingen) de bouw van nieuwe klavecimbels die nauwkeurig op historische voorbeelden zijn gebaseerd.
Vanaf 1965 was Leonhardt onafgebroken lid van de jury voor de driejaarlijkse internationale klavecimbelwedstrijd van het Festival Musica Antiqua in Brugge, ook nog in 2010.
Jaarlijks gaf hij ongeveer honderd concerten, meestal solo of met een klein ensemble, lange tijd in trio met de cellist Anner Bijlsma en de fluitist Frans Brüggen. Daarnaast maakte hij talloze grammofoon- en cd-opnamen.
--
Hij heeft een studie gepubliceerd over Bachs Die Kunst der Fuge (1952).
Op 13 december 2011 kondigde Gustav Leonhardt aan dat hij zou stoppen met zijn optredens.[4] De avond voordien had hij in de zaal Bouffes du Nord in Parijs zijn laatste recital gegeven. Het belette hem niet zich beschikbaar te stellen als jurylid voor de internationale klavecimbelwedstrijd in augustus 2012 in Brugge. Die taak heeft hij niet meer kunnen vervullen, aangezien hij op 16 januari van dat jaar onverwachts overleed in zijn woonplaats Amsterdam.
Hetzelfde jaar werd hij Commandeur des Arts et des Lettres (Frankrijk).
De planetoïden Leonhardt (9903) en Gustavleonhardt (12637) zijn naar hem genoemd.
Bibliografie
Gustav Leonhardt, The art of fugue: Bach's last harpsichord work. Nijhoff, 1952
Gustav Leonhardt, Het huis 'Bartolotti' en zijn bewoners. Amsterdam, Meulenhoff, 1979
Gustav Leonhardt, Het zand onzer wensen. Over ons beeld van Johann Sebastian Bach. Amsterdam, Phoenix Editions, 1985 [gedrukt door de Regulierenpers; rede op 19 maart 1985 in de Martinikerk te Groningen uitgesproken ter gelegenheid van de driehonderdste geboortedag van Johann Sebastian Bach]
Gustav Leonhardt, Bach - Suiten, Partiten, Sonaten bearbeitet für Cembalo. Kassel, Bärenreiter, 2017
Discografie
Leonhardt heeft meer dan 200 platenopnamen gemaakt, met daarnaast talloze radio-opnamen. Hieronder een bloemlezing.
Klavecimbel solo
d'Anglebert: Suite in G-majeur (1963)
J.S. Bach: Kunst der Fuge (mei 1953 en 1969)
J.S. Bach: Goldberg Variaties (juni 1953, 1965 en 1978)
J.S. Bach: Werk voor klavecimbel (1968)
J.S. Bach: Italiaans Concert - Ouverture à la française (1965 en 1974)
J.S. Bach: Das Wohltemperiertes Klavierbuch, I en II, (1969 en 1972) DHM
J.S. Bach: Het boekje van Anna-Magdalena Bach (1973)
J.S. Bach: Inventions et Sinfonias (1974)
J.S. Bach: Suites françaises (1975)
J.S. Bach: Fantaisie Chromatique et fugue, Toccatas, suites, Concerto Italien, Ouverture à la française (1975)
Recital Franse muziek: Rameau, Royer, Duphly, Le Roux (1990)
Orgel
Recital orgel van Klosterneuburg (1950) - eerste platenopname van Gustav Leonhardt - (Kerll, Merula, Froberger, Frescobaldi, Scherrer, Praetorius, Erbach)
Recital Frescobaldi, orgel Hofkirche Innsbruck en klavecimbelt clavecin (1951)
Récital J. S. Bach - orgel Waalse Kerk Amsterdam (1974)
Recital J. S. Bach Klavierübung 3 (orgel Alkmaar) (1990)
J. P. Sweelinck: Werk voor orgel (1972)
Orgelmuziek Noord-Duitsland (1992)
Orgelmuziek Frankrijk en Zuidelijke Nederlanden (1993)
Historisch orgel Oostenrijk: Kerll, Froberger, Fischer, Muffat, Pachelbel... - orgues de Schlagl et Klosterneuburg - (1995) (Sony)
Orgel Riepp (1766) Ottobeurren, F. Couperin, Kerkhoven, CPE Bach (1968)
Telemann: Nouveaux quatuors en six suites (met Bruggen/Schroder/Bylsma) (1968)
Telemann: Sonates in trio (met Bruggen/Dombrecht/Bylsma/de Kuijkens) (1979)
A. Vivaldi: Concerti à 3, 4, 5 ... (met F. Bruggen/de Kuijkens) (1971)
Musique à Versailles: d'Anglebert, Marais, St. Colombe, Forqueray (met S. en W. Kuijken) (1973)
Klavecimbel en orkest
J.S. Bach: integrale opname van de concerten voor een, twee, drie en vier klavecimbels (1970-1973)
C.P.E. Bach: concerten voor klavecimbel (1975)
Als dirigent
Airs de l'époque baroque, met Max van Egmond (bariton) en Leonhardt Consort. Leonhardt dirigeert, speelt klavecimbel, orgel en viola da gamba. Werk van Krieger, Albert, Biber, Hasse, Schutz, Purcell, Huygens, Lully, A.Scarlatti, Steffani en Caccini. (1968)