Met liedjes als Heimweh, Junge, komm bald wieder, Die Gitarre und das Meer, Unter fremden Sternen, La Paloma, Der Legionär und Heimatlos had Quinn tussen 1956 en 1966 tien nummer 1-hits en was hij Duitslands absolute nummer 1 (in totaal heeft hij 23 liedjes in de top 10 gehad).
Zijn melancholische liedjes over komen en gaan, afscheid nemen, drang naar verre landen vonden een groot publiek in het naoorlogse Duitsland.
Met de komst van The Beatles en The Rolling Stones die de Duitse markt veroverden taande het succes van Quinn, hij had nog een nummer 1-hit, maar de teksten waren erg kritisch. Hoewel hij geen grote hits meer scoorde bleef hij optreden en vaak op televisie komen.
In 1997 werd hem de Paul-Lincke-Ring voor zijn buitengewone verdiensten voor de Duitstalige amusementsmuziek toegekend.
In 2004 kwam Quinn in de kranten door belastingontduiking (€ 900.000). Hij gaf Zwitserland als zijn hoofdverblijfplaats op, maar woont toch overwegend in Hamburg waardoor hij in Duitsland belastingplichtig was. Het gerecht oordeelde dat hij zijn schulden moest vereffenen. Hij kreeg er nog een voorwaardelijke straf van twee jaar bovenop en een boete van € 150.000.
In januari 2008 overleed zijn vrouw Lily Blessmann (89 jaar). Hij had zoveel verdriet, dat hij er zelf ook geen zin meer in had, zo meldde hij de pers. In 2019 geeft hij weer eens een interview en is hij weer gelukkig met reizen over de wereld en met zijn nieuwe relatie.[1]