Als stadhouder (1507-1511) vertegenwoordigde Floris de Habsburgse regering in die delen van Gelre die zij beheerste. Hij was op 3 juni 1515 aanwezig onder de edelen in Dordrecht bij de inhuldiging van Karel van Spanje als 'graaf van Holland'.[1] In 1515 werd hij de eerste stadhouder van Friesland. Hij raakte daarbij betrokken in de Gelderse Oorlogen en was onder andere aanwezig bij het beleg van Sneek, rond 1517-18 gaf hij het stadhouderschap van Friesland op.[2][3]
Floris was tevens legerleider: in 1523 werd hij als bevelhebber van een Bourgondisch leger aangesteld dat samen met Engelse troepen Frankrijk zou binnenvallen. In 1528 belegerde hij Harderwijk en veroverde deze stad op de opstandige Geldersen. Het beleg van Tiel in datzelfde jaar werd echter afgeslagen door Jelis van Riemsdijk, ambtman van Maas en Waal. In 1536 was Floris kapitein-generaal van het leger dat opereerde in het noorden van de Lage Landen.
Maximiliaan werd later, net als zijn vader, stadhouder van Friesland. Maximiliaan was de vader van Anna van Egmont, de eerste echtgenote van Willem van Oranje.