Hij begon op 13-jarige leeftijd met wielrennen. In 1965 werd hij Nederlands kampioen bij de amateurs. Na afloop werd hij verdacht van het gebruik van wekaminen,[2] maar een doktersvoorschrift voor neusdruppels die amfetamine bevatten, pleitte hem vrij. In 1967 werd hij Nederlands kampioen maar deze titel werd hem ontnomen nadat hij bekend had met de urineflesjes geknoeid te hebben. Hij behaalde elf overwinningen als beroepswielrenner, waarvan de Ronde van Vlaanderen in 1971 de meest aansprekende is. In 1964 won hij als amateur olympisch goud op de 100 km ploegentijdrit.
Rond 1986 werd hij getroffen door een hersenziekte. Hij bracht de laatste jaren van zijn leven door in een verzorgingshuis.