Zij grootste succes als amateur behaalde hij echter in 1968 op de Olympische Spelen in Mexico City waar hij samen met Fedor den Hertog, René Pijnen en Joop Zoetemelk de gouden medaille won op de 100 km ploegentijdrit. Hij deed ook mee aan de individuele wegwedstrijd en werd hierin 11e.
In 1969 werd hij profwielrenner. Het succes als amateur kon hij als prof echter niet continueren. Zijn meest aansprekende uitslag in dat jaar was een tweede plaats in de GP Fourmies. In 1971 won hij de 19e etappe in de Ronde van Frankrijk en in 1972 won hij twee etappes in de Ruta del Sol en werd hij tevens eerste in het eindklassement. Deze twee uitslagen worden in het algemeen gezien als zijn beste prestaties in zijn profcarrière.
In 1977 werd hij tweede bij het Nederlands Kampioenschap op de weg achter Fedor den Hertog en voor Gerrie Knetemann.