Schotland stond voorafgaand aan dit toernooi op de 44ste plaats van de FIFA-wereldranglijst. 24 Europese landen en 21 EK-landen stonden boven Schotland op die lijst. Tsjechië stond op de veertigste plaats van de FIFA-wereldranglijst. 21 Europese landen en 20 EK-deelnemers stonden boven Tsjechië op die lijst.
Voorafgaand aan deze wedstrijd troffen Schotland en Tsjechië elkaar al negen keer. Beide ploegen wonnen al vier keer van elkaar en één keer eindigde de wedstrijd onbeslist. Nooit eerder speelden deze landen op een groot eindtoernooi tegen elkaar.
Voor Schotland was dit haar derde deelname aan het Europees kampioenschap en de eerste sinds het EK 1996. Tsjechië nam voor de zevende keer deel aan het Europees kampioenschap en was daarmee een vaste waarde op de EK-eindronde sinds haar onafhankelijkheid in 1993.