De bijbel kan men binnen de vrijmetselarij aantreffen als "altaarbijbel", die onderdeel is van de vrijmetselaarssymboliek, maar er zijn ook maçonnieke Bijbels die, net als Jongerenbijbels van inleidingen en voetnoten voorzien zijn, maar dan gericht op vrijmetselaars.
Gebruik binnen de ritus ("altaarbijbels")
De bijbel heeft binnen de reguliere vrijmetselarij een belangrijke symbolische functie. Binnen de Nederlandse vrijmetselarij wordt traditioneel de Bijbel als eerste grote licht gezien, omdat het een heilig boek is waarachter het merendeel van de Nederlandse vrijmetselaren zich kan scharen. In individuele gevallen kan een ander heilig boek opengeslagen worden. Samen met passer en winkelhaak vormt de Bijbel de Drie Grote Lichten der Vrijmetselarij. Binnen de Europese continentale vrijmetselarij wordt de bijbel tijdens open loge geopend op het eerste hoofdstuk van het evangelie volgens Johannes (Joh. 1:5), in tegenstelling tot de Angelsaksische vrijmetselarij waar de bijbel opengeslagen wordt op een relevante passage uit het oude testament. De desbetreffende bijbel staat daar dan bekend als altaarbijbel. Bij het openen wordt in een Nederlandse reguliere loge de zin uit het Evangelie van Johannes "Het licht schijnt in de duisternis" uitgesproken.
Vrijmetselarij staat open voor alle religies, dus er bestaan naast maçonnieke bijbels ook maçonnieke thora's, maçonnieke korans enz. De heilige boeken duidt men binnen de Angelsaksische vrijmetselarij aan als "Volume of Sacred Law".