Instrumenten die worden gebruikt door de antivrijmetselarij, zijn onder andere boeken, tijdschriften, tentoonstellingen, congressen, politieke partijen en verenigingen.
Godsdienstige antimaçonnerie
Godsdienstig gemotiveerde antimaçonnerie is gebaseerd op onverenigbaarheden tussen de opvattingen en de beginselen van de vrijmetselarij, en die van verschillende godsdienstige stelsels.
Ook in de Oosters-orthodoxe kerken bestond een uitgesproken antimaçonnisme. Maar ook in de islam bestaat een dergelijke grondhouding.[1] Een voorbeeld hiervan is het Handvest van Hamas.
Binnen het protestantisme en het jodendom bestaan er aanzienlijke strekkingen die een positieve ingesteldheid hebben tegenover de vrijmetselarij, naast strekkingen die eerder kritisch staan.
Politieke antimaçonnerie
Politiek gemotiveerde antimaçonnerie is gebaseerd op onverenigbaarheden tussen de filosofische beginselen van de vrijmetselarij en verschillende ideologieën die partijpolitiek worden uitgedragen. Ook het geheim karakter van de vrijmetselarij speelt hierbij een belangrijke rol.
Maar ook in liberale democratieën bestaat er een politieke antimaçonnerie. In de Verenigde Staten van Amerika werd in 1828 te New York de Anti-Masonic Party opgericht als eerste van een lange reeks derde partijen in de Amerikaanse politiek. Dit was een uitvloeisel van de bredere Anti-Masonic Movement en gebeurde naar aanleiding van verschillende schandalen die voor maatschappelijke beroering zorgden. De partij nam deel aan de presidentsverkiezingen van 1832. De kandidaat president was William Wirt, een voormalige vrijmetselaar, en de kandidaat vicepresident was Amos Ellmaker. De partij behaalde 7,78 % van de stemmen. Op staatsniveau had de partij gouverneurs in Vermont en Pennsylvania.[2][3]
Ook vandaag is politiek georganiseerde antimaçonnerie actueel. In het Verenigd Koninkrijk. Sedert 1997 is er een beweging binnen de Labour Party actief die streeft naar publicatie van lidmaatschap van de vrijmetselarij en het uitoefenen van politieke en openbare mandaten, zoals parlementsleden, ministers, leden van de politie of magistraten. Deze beweging werd geleid door voormalig minister van binnenlandse zaken Jack Straw. Enkel in de Nationale Vergadering van Wales werd deze vereiste omgezet in wetgeving. Voor de andere deelstaten van het Verenigd Koninkrijk geldt geen wettelijke verplichting tot melding, maar bestaat er een erecode voor vrijwillige melding binnen bepaalde beroepscategorieën, zoals politie en magistratuur.
Gelijkaardige initiatieven werden in Italië en in de Europese Unie georganiseerd, zonder succes.
Alhoewel deze theorieën in een ver verleden een bepaalde grond van waarheid bevatten, is de voorstelling van zaken allesbehalve historisch correct of objectief en rationeel te bewijzen aan de hand van bewijzen.
Een antimaçonniek boek is een boek dat gepubliceerd wordt om de vrijmetselarij te schaden. Afhankelijk van de invalshoek van de schrijver wordt de vrijmetselarij in verband gebracht met een of andere religieuze, maatschappelijke of politieke stelling.
Het oudste antimaçonnieke boek is van de hand van Ernst August von Göchhausen (1740–1824). Deze publiceerde in 1786 te Weimar anoniem een boek, getiteld Exthüllungen des Systems der Weltbürger-Politik. In dit boek stelde de auteur dat de vrijmetselarij een georganiseerde poging was vanwege verschillende maatschappelijke groepen ter vervanging van de fundamentele sociale ordening van de samenleving zoals die typisch was in het oude Europa, door een kosmopolitische wereldstaat. Hij noemde vrijmetselaars en Beierse illuminati als voorbeeld.[5]
Later wordt de vrijmetselarij vanuit religieuze hoek beschreven als een beweging van duivelsaanbidders of als een politiek complot.
Er zijn antimaçonnieke boeken van onafhankelijke auteurs, maar ook die horen bij een georganiseerd congres.
Bekende antimaçonnieke auteurs en boeken zijn verder:
Léo Taxil (onder pseudoniem van Dr. Bataille): Le Diable au XIXe siècle (1895)
E.H. Augustin de Barruel: Mémoires pour servir à l'histoire du Jacobinisme (...)
Op het einde van de 19e eeuw en in de eerste helft van de 20e eeuw werden er op nationaal en internationaal niveau antimaçonnieke congressen georganiseerd. Voorbeelden van antivrijmetselaarscongressen zijn:
internationaal: het eerste Internationale Antimaçonnieke Congres in Trente, onder auspiciën van de paus georganiseerd door de Ligue Internationale Antimaçonnique op 26 september 1896
Antimaçonnieke verenigingen zijn verenigingen opgericht met als doel de vrijmetselarij op georganiseerde wijze te bestrijden. Voorbeelden van antimaçonnieke verenigingen zijn:
Antimaçonnieke organisaties zijn organisaties die niet als doel opgericht zijn tegen de vrijmetselarij maar die ideologisch wel antimaçonniek zijn. Voorbeelden van antimaçonnieke organisaties zijn:
↑McCarthy, Charles, The Antimasonic Party: A Study of Political Anti-Masonry in the United States, 1827-1840, in Report of the American Historical Association for 1902,...,..., 1903
↑Vaughn, William Preston, The Antimasonic Party in the United States, 1826-1843, University Press of Kentucky,..., 1983
↑Stelling verwoordt door Dr. Armin Pfahl-Traughber in verschillende van zijn werken, waaronder Der antisemitisch-antifreimaurerische Verschwörungsmythos.