Lauenburgische Feld Art Rgt Nr 45 Juni 1915[1][2] Reserve Feld Art Rgt Nr 43 Reserve Infanterie-Regiment 203 Maart 1916 - juni 1917[1][2] 1. Garde Reserve Rgt Juni 1917 - 17 september 1917[1] 5. Pommersches Infanterie-Regiment "Prinz Moritz von Anhalt-Dessau" Nr 42 17 september 1917 - 1918[1] Reserve Infanterie-Regiment Nr 187 1918 - januari 1919[2]
Op 24 maart 1898 werd Berthold Maack in Altona aan de oevers van de Elbe geboren. Zijn vader was een Pruisische postbeambte.[3] De beide ouders van Maack zijn geboren op boerderijen in Holstein.[3] Zijn grootvader van moederszijde richtte een boomkwekerij op.[3] Berthold ging naar het Christianeum gymnasium in Altona. Hij behaalde zijn Abitur. Een andere bron vermeldt: het behalen van zijn Abitur na 1918.[3]
Eerste Wereldoorlog
In juni 1915 meldde hij zich als leerling van de Unterprima (op één na hoogste klas van het Duits gymnasium) vrijwillig aan in het Pruisische leger. Maack werd geplaatst in het Lauenburgische Feld Art Rgt Nr 45 in Altona. Hij vocht in Frankrijk. Na de slag om Verdun werd hij in maart 1916 overgeplaatst naar het Reserve Infanterie-Regiment 203. Maack werd bevorderd tot Vizefeldwebel (sergeant). Hij werd overgeplaatst naar het 1. Garde Reserve Rgt, waar Maack in juni 1917 bevorderd werd tot Leutnant der Reserve (tweede luitenant in de militaire reserve). In 1918 was hij geplaatst in het Reserve Infanterie-Regiment Nr 187, Maack diende bij deze eenheid tot januari 1919.[2]
Interbellum
Van 1919 tot 1920 zat Maack in het Freischützenkorps (vrije vertaling: vrijschutterskorps) in Berlijn, en werd daar in december 1919 bevorderd tot Oberleutnant der Reserve (eerste luitenant in de militaire reserve). Maack nam deel aan gevechten in en rond Berlijn[3], en was betrokken bij de Kapp-putsch.[1] Hij nam ontslag uit het leger, en werd aangenomen bij de Sicherheitspolizei in Hamburg. Maack werkte daar tot april 1920 en nam toen vervolgens ontslag. Van april 1920 tot 1931 werkte hij in verschillende banen als winkelier en handelaar. Zijn politiek denken werd voor een groot deel gevormd in de Fichte-Gesellschaft, en door zijn contacten met de Reichswehr en de Gouwleider van de Gouw Sleeswijk-HolsteinHinrich Lohse.[3]
Op 20 september 1924 trouwde Maack met Käthe Hansen.[1] Het echtpaar kreeg drie dochters en drie zonen.[1][15]
Tijdens het interbellum was hij lid van verschillende bonden. Vanaf juni 1928 tot september 1929 was Maack leider in de Jungstahlhelm, en lid van de Stahlhelm. Op 1 oktober 1930 werd hij lid van de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij (NSDAP) en de Sturmabteilung (SA). In 1931 werd Maack nog meerdere malen bevorderd in de SA. Hij werd benoemd tot chef van de 179. SA-Sturm, daar voerde hij het bevel tot mei 1931. Maack werd in de tussentijd bevorderd tot SA-Sturmführer (tweede luitenant). Hierna volgde nog zijn bevordering tot SA-Sturmbannführer (majoor). Daarna werd hij benoemd tot commandant van de II. Sturmbann in het 31.SA-Standarte en werd overgeplaatst naar het I.Sturmbann van het 15.SA-Standarte. Een jaar later werd Maack ook lid van de Schutzstaffel (SS). En op 1 november 1931 werd hij als SS-Mann ingeschaald. Hij werd met het leiderschap belast van de III.SS-Sturmbann in de 4.SS-Standarte. Op 16 maart 1932 volgde zijn bevordering tot SS-Sturmbannführer (majoor) en werd hij tot commandant van de III. SS-Sturmbann van de 4.SS-Standarte benoemd. Tegelijk was Maack adjudant van de SS-Abschnitte IV.
In juni 1934 was Maack als Stabsführer onder meer betrokken bij de organisatie van de arrestatie- en executiemaatregelen gedurende de Nacht van de Lange Messen[2] die door de nazi-regering als onderdeel van de politieke zuiveringsoperatie werden uitgevoerd. Op 1 juli 1934 gaf hij zijn collega SS-Obersturmführer Paul Exner de opdracht om op aandringen van Von WoyrschEmil Sembach dood te schieten. Sembach was lid van de Rijksdag en een voormalig lid van de SS die gearresteerd was. Exner vervulde deze taak door Sembach, die in Oels was geïnterneerd, mee te nemen op een autorit naar het Reuzengebergte. Hij schoot hem onderweg dood en verzwaarde het lijk met stenen, om het daarna in het reservoir bij Boberröhrdorf te gooien.
(de) Preradovisch von, Nikolaus (1985). Die Generale Der Waffen-SS. Kurt Vowinckel-Verlag, Berg am See, 176, 177. ISBN 978-3921655412. Geraadpleegd op 26 november 2022.
(en) Yerger, Mark C. (1999). Waffen-SS Commanders: The Army, Corps and Divisional Leaders of a Legend: Krüger to Zimmermann. Schiffer Military History, Atglen, PA, 98, 99, 100. ISBN 978-0764307690. Geraadpleegd op 26 november 2022.
(fr) Tixier, Thierry (2019). Allgemeine SS - Polizei - Waffen-SS Volume 2, SS BRIG FHR MAACK (Geen paginavermelding). ISBN 978-1-326-54867-4. Geraadpleegd op 26 november 2022.
(de) Herlemann, Beatrix, Helga Schatz (2004). Biographisches Lexikon niedersächsischer Parlamentarier 1919 - 1945. Verlag Hahnsche Buchhandlung Hannover, Hannover, 227, 228. ISBN 978-3775260220. Geraadpleegd op 9 december 2022.
(de) SS Officers List; SS-Standartenführer to SS-Oberstgruppenführer. Schiffer Publishing Ltd, Verenigde Staten (2000), pp. 12. ISBN 0-7643-1061-5. Geraadpleegd op 9 december 2022.
(de) SS-Personalhauptamt (9 november 1944). Dienstaltersliste der Schutzstaffel der NSDAP (SS-Oberst-Gruppenführer-SS-Standartenführer). Reichsdruckerei, Duitsland, pp. 15. Geraadpleegd op 10 december 2022.
(en) Kursietis, Andris J. (1999). The Wehrmacht at War 1939-1945; The Units and Commanders of the Ground Forces during World War II. Uitgeverij Aspekt, 265, 266. ISBN 90-75323-38-7. Geraadpleegd op 10 december 2022.
(en) Mitcham, Jr., Samuel W. (2007). German Order of Battle Volume Three; Panzer, Grenadier, and Waffen SS Divisions in WWII (eBook), 207, 217. ISBN 978-0811745253. Geraadpleegd op 10 december 2022.
(de) Schulz, Andreas, Dieter Zinke (2008). Die Generale der Waffen-SS und der Polizei Band 3 LA-PL. Biblio Verlag, Bissendorf, 95, 96. ISBN 3-7648-2375-5. Geraadpleegd op 26 januari 2023.