Van Voorst tot Voorst

Het familiewapen van de familie van Voorst tot Voorst

Van Voorst tot Voorst is een oud adellijk riddergeslacht uit Overijssel dat sinds 1814 tot de Nederlandse adel van het koninkrijk behoort en waarvan een tak tot de Belgische adel behoort.

Geschiedenis

De bewezen stamreeks begint met Fredericus van Hekeren (van der Ese), die in 1295 wordt vermeld als knape, in 1305 als ridder, raad was van graaf Reinald van Gelre en in 1320 overleed. Diens kleinzoon Frederik van Heeckeren van der Eze (-1386), verwierf door zijn huwelijk met Lutgardis van Voorst het kasteel Rechteren in de gelijknamige buurtschap bij Dalfsen. De graven Van Rechteren stammen eveneens in mannelijke lijn af van deze Fredericus van Hekeren.

Ten tijde van de Republiek (1588-1795) kozen de meeste familieleden noodgedwongen voor een militaire loopbaan, omdat zij als katholieken geen openbare bestuursfuncties meer mochten uitoefenen. Gedurende de 19e en de 20e eeuw hebben verscheidene familieleden belangrijke bestuurlijke ambten bekleed.

Bij Souverein Besluit van 28 augustus 1814 werd een nazaat benoemd in de ridderschap van Overijssel waarmee hij en zijn nageslacht tot de moderne Nederlandse adel gingen behoren; in 1820 werd voor leden van het geslacht de titel van baron (op allen) erkend.

Een tak behoort inmiddels tot de Belgische adel: kinderen uit het tweede huwelijk van Franciscus baron van Voorst tot Voorst (1884-1955) met jkvr. (Belgisch: burggravin) Antoinette van Aefferden (1895-1976) lieten zich incorporeren in de Belgische adel op grond van het SB uit 1814.

Enkele telgen

Josephus Joannes Franciscus Antonius Mathias baron van Voorst tot Voorst en Schadewijk, heer van Schadewijck (1767-1841), generaal-majoor

Literatuur

  • E.L. van Voorst tot Voorst, Het geslacht van Voorst tot Voorst, uit officieele bronnen toegelicht. ['s-Gravenhage, 1890].
  • J.J. Hooft van Huysduynen, Bijdrage tot een genealogie van het geslacht Van Voorst tot Voorst. ['s-Gravenhage, 1968].