De provincie bestaat uit een met riviertjes en beken doorsneden zandgrondgebied, behalve in het noordwesten, waar polders en meertjes overheersen. Overijssel bestaat uit drie landstreken: Land van Vollenhove, Salland en Twente.[2]
Het noordwestelijke deel van de provincie ligt deels onder het NAP terwijl verder naar het oosten hoger gelegen heuvels liggen met als hoogste punt de Tankenberg op 85 meter boven NAP.
Overijssel wordt gekenmerkt door een sterke concentratie van Hanzesteden. Zwolle, Kampen, Hasselt, Deventer, Ommen en Oldenzaal worden als Hanzestad vernoemd in het Hanzeverbond.
In 1528 werd de naam Overijssel voor het eerst gebruikt voor het gebied van de huidige provincie Overijssel. Voor die tijd sprak men van Oversticht, dat echter al in 1233 in het Latijn met Transysla/Transisalania (letterlijk: Over-IJssel) werd aangeduid. Dit gebied werd bestuurd door de bisschop van Utrecht.
In 1951 schreef Jh. Polman het Overijssels volkslied.[3] Het is getiteld Aan de rand van Hollands gouwen. Niet veel inwoners kennen het omdat ze meer waarde hechten aan de streekvolksliederen, zoals die van Twente of Salland.
De Provinciale Staten, het algemeen bestuur van de provincie, bestaan uit 47 leden die om de vier jaar worden gekozen. Tot aan de Statenverkiezingen van maart 2007 telde Overijssel 63 Statenleden. Een wijziging van de Provinciewet leidde ertoe dat het aantal Statenleden werd verlaagd naar de huidige 47.
Overijssel telt 25 gemeenten. Tot 1 januari 2001 waren dit er nog 44, maar nadat een gemeentelijke herindeling van kracht werd, daalde het aantal naar 26. Op 1 januari 2005 werden de gemeenten Deventer en Bathmen samengevoegd (onder de naam Deventer), waardoor het aantal gemeenten daalde naar 25. In 1850 bedroeg het aantal gemeenten nog 62 en in 1900 61.[4]
Gebaseerd op de inwoneraantallen van 1 januari 2021:
Enschede 159.732
Zwolle 129.840
Deventer 81.582
Hengelo 81.049
Almelo 69.615
Kampen 37.595
Oldenzaal 31.492
Rijssen 28.815
Nijverdal 24.779
Haaksbergen 24.229
Borne 21.738
Raalte 19.880
Hardenberg 19.675
Steenwijk 17.140
Glanerbrug 16.790
Wierden 15.085
Dalfsen 14.860
Vriezenveen 13.832
Losser 13.405
Ommen 12.835
Dedemsvaart 12.828
IJsselmuiden 12.443
Goor 12.155
Staphorst 10.657
Genemuiden 10.370
Denekamp 10.195
Demografie
Op 1 januari 2021 telde de provincie Overijssel 1.166.533 inwoners.[5] Een groei van ruim 900.000 inwoners sinds 1850 toen Overijssel nog ongeveer 216.000 inwoners kende. Dit steeg naar 336.000 in 1900 en verder naar 670.000 in 1950. Het heerlijkheid Overijssel telde in 1795 135.060 zielen op ruwweg hetzelfde oppervlakte als de hedendaagse provincie Overijssel.[6] De bevolkingsgroei tussen 1850 en 1999 bedroeg jaarlijks 1,1%, hetzelfde groeipercentage als het gemiddelde van Nederland in die periode. Tussen 1925 en 1974 was de groei iets sneller dan het gemiddelde van Nederland, tussen 1875-1899 en 1975-1999 iets langzamer.[4]
Overijssel kende een bevolkingsdichtheid van 351 inwoners per vierkante kilometer in 2021. In 1850 bedroeg dit nog 65 inwoners per vierkante kilometer. Overijssel behoort hiermee tot de middenmoot qua bevolkingsdichtheid maar ligt onder het gemiddelde van Nederland (519 inwoners per vierkante kilometer).
Overijssel had een geboortecijfer van 9,5‰ in 2020. Per 1000 inwoners waren er dus 9,5 geboortes. In 1988 bedroeg het geboortecijfer 13,1 per 1000 inwoners. Dit steeg vervolgens licht met tijdelijke onderbrekingen naar 13,8 in 2000. Sindsdien is het geboortecijfer gedaald naar 9,5 in 2020. In absolute termen steeg het aantal geboortes van 13.243 in 1988 naar 14.924 in 2000 om vervolgens te dalen naar 11.099 in 2020. Het geboorteoverschot was gedurende deze hele periode positief op het jaar 2020 na (-0,4‰). Het vruchtbaarheidscijfer bedroeg 1,69 in 1988 en steeg naar 1,96 in 2003. Na 2010 is het kindertal gedaald naar 1,65 in 2020. Het sterftecijfer schommelt sinds 1995 tussen de 8,0 en 9,1‰. In 2020 bedroeg het sterftecijfer 9,9‰ door de coronacrisis. De gemeente met het hoogste kindertal in 2020 was Staphorst met 2,66 kinderen per vrouw. De gemeente met het laagste aantal kinderen per vrouw was Oldenzaal met 1,42.[7]
In 2021 had 16,1% van de bevolking een migratieachtergrond. 7,2% had een westerse migratieachtergrond en 8,9% een niet-westerse migratieachtergrond. In 1996 had 11,9% van de bevolking een migratieachtergrond. De gemeente met het laagste percentage mensen met een migratieachtergrond was de gemeente Staphorst met 4,8%. De gemeente met het hoogste percentage mensen met een migratieachtergrond was de gemeente Enschede met 30,6%[7][8]
Transport
Wegverkeer
Overijssel is een belangrijke doorvoerprovincie van en naar Duitsland en Noordoost-Nederland. De belangrijkste hoofdwegen zijn de A1, A28 en A35/N35. Andere belangrijke rijkswegen zijn de N18, A32, N36, N48 en N50. Daarnaast beheert de provincie een groot aantal provinciale wegen van groot en minder groot belang.
De A1 komt bij Deventer de provincie binnen en loopt via Hengelo en Oldenzaal naar de Duitse grens, waar hij aansluit op de Duitse A30. De A1 is een belangrijke achterlandverbinding met veel vrachtverkeer. Tussen Knooppunt Beekbergen en Deventer wordt de weg verbreed naar 2x4 rijstroken en tussen Deventer en Knooppunt Azelo is in 2021 de verbreding naar 2x3 rijstroken opgeleverd.
De N18 vormt een verbinding tussen Enschede en de Achterhoek. De weg is in 2018 nieuw geopend tussen Enschede en Groenlo als autoweg.
De A28 loopt voor ongeveer 20 kilometer in de provincie, maar is wel de drukste weg in Overijssel, met 130.000 voertuigen dagelijks over de IJsselbrug. De A28 was zeer filegevoelig, echter in 2010/2011 is de A28 vanaf knooppunt Hattemerbroek tot aan knooppunt Lankhorst (excl. tracé door Zwolle) verbreed van 2x2 naar 2x3 rijstroken.
De A32 loopt van Meppel tot Leeuwarden, wel loopt deze rijksweg voor een gedeelte door de Kop van Overijssel langs o.a Steenwijk. De A32 komt bij Staphorst samen met de A28. De A32 is een belangrijke verkeersader voor het noordwesten van de provincie.
De N35 is de belangrijkste transportas door Midden-Overijssel. De weg loopt vanaf de A28 in Zwolle via Raalte en Nijverdal naar Wierden, waar de weg overgaat in de A35 langs Almelo en Hengelo naar Enschede. Vanaf Enschede gaat de weg weer over in de N35 naar de Duitse grens. De N35 is de belangrijkste verbinding tussen de Twentse steden en het Ruhrgebied en Münster.
De N36 tussen Almelo en Ommen en de N48 tussen Ommen en Hoogeveen vormen samen voor een verbinding tussen Twente en Groningen en tussen Zwolle en Hardenberg. Beide wegen zijn autowegen met twee rijstroken.
De N50 is een belangrijke verbinding vanuit Zwolle naar Kampen en verder naar Flevoland en Friesland.
Scheepvaart
De belangrijkste rivier is de IJssel, die grotendeels de grens vormt met Gelderland. Hier vindt veel scheepvaartverkeer plaats. Een andere bevaarbare rivier is het Zwarte Water tussen Zwolle en Genemuiden. Verder zijn er drie belangrijke kanalen;
De Twentekanalen, van Zutphen in Gelderland via Hengelo naar Enschede en een zijkanaal naar Almelo.
het Kanaal Almelo-De Haandrik; een kanaal in Oost-Overijssel, met name tussen Hardenberg en Almelo en verder naar Coevorden in Drente.
het Zwolle-IJsselkanaal; een kort kanaal tussen het Zwarte Water en de IJssel.
Vier intercityverbindingen (Enschede - Randstad, Zwolle - Roosendaal en Groningen/Leeuwarden - Amersfoort - Randstad en Groningen/Leeuwarden - Lelystad - Randstad) lopen door Overijssel. Station Zwolle heeft een knooppuntfunctie. De stations van Almelo, Deventer en Hengelo hebben een overstapfunctie. De stations van Hengelo, Enschede en Oldenzaal hebben een directe verbinding met Duitsland. De internationale intercity naar Berlijn stopt in Deventer en Hengelo. Op veel lijnen vindt goederenverkeer plaats naar Duitsland en naar het noorden van Nederland.
Overijssel kende tot 2008 een luchthaven: Enschede Airport Twente die gebruikmaakte van de faciliteiten die de vliegbasis Twenthe bood. Sinds de sluiting van de vliegbasis door Defensie zijn meerdere initiatieven geweest om het vliegveld weer te openen. In april 2017 resulteerde dit in de heropening van het vliegveld voor recreatief en klein zakelijk luchtverkeer.
Oeververbindingen
Vanwege de ligging aan de IJssel kent Overijssel een aantal grote bruggen. De belangrijkste is de IJsselbrug bij Zwolle, maar ook de IJsselbrug bij Deventer is belangrijk. Dit zijn tevens de drukste wegen in de provincie. Bij Kampen gaat de N50 over de IJssel. Verder kent Kampen nog twee bruggen over de IJssel. Andere bruggen over de IJssel zijn bij Zwolle de Oude IJsselbrug en de spoorbrug over de IJssel, en bij Deventer een spoor- en verkeersbrug. De rivier de IJssel kan naast deze bruggen ook op een aantal plekken overgestoken worden door middel van een aantal veerponten.