Het gehucht Turkeye was deel van de gemeente Waterlandkerkje van 1796 tot 1970. Deze gemeente ging in 1970 op in de gemeente Oostburg, die op haar beurt in 2003 weer opging in de gemeente Sluis.
Vlaamse Turken
De geschiedenis van Turkeye begint na de verovering van Sluis in 1604 door het Staatse leger. De verslagen Spaanse troepen trokken weg en lieten 1500 galeislaven achter onder wie een groot aantal moslims uit het Ottomaanse Rijk, kortweg aangeduid als Turcken. De Staten-Generaal besloten deze slaven vrij te laten en de Turken terug te sturen naar hun vaderland. Zo hoopte men de steun van het Ottomaanse Rijk te verwerven in de strijd tegen Spanje. De zogenoemde Vlaamse Turken zijn echter in Marseille weer slaaf gemaakt en hebben het Ottomaanse Rijk niet weten te bereiken.[2]
'Liever Turks dan paaps' was een leuze ten tijde van de Tachtigjarige Oorlog (1568 - 1648). Zij werd in de Nederlanden voor het eerst gebruikt tijdens hagenpreken te Antwerpen in 1566, het jaar van de Beeldenstorm. De leuze wordt tevens gevonden op zilveren geuzenpenningen in de vorm van een Turkse halve maan, die door de geuzen aan hun kleren werd gedragen. De leuze illustreerde hoe antikatholiek de geuzen waren: de islamitische Turkse sultan kreeg van hen de voorkeur boven de katholieke paus van Rome.
Band met Turkije
Er is een band gegroeid tussen de buurtschap Turkeye en de Turkse gemeenschap in Nederland en Turkije. Hierbij betrokken zijn enkele inwoners van de buurtschap, en ook de Stichting Vriendschapsband Nederland-Turkije. Regelmatig zijn er bezoeken door Turkse delegaties en hoogwaardigheidsbekleders, zoals diplomaten. Er zijn ook plaatsnaambordjes Turkeye, gem. Sluis geplaatst in de Turkse steden Dalaman en Trabzon, waar veel Nederlandse toeristen komen.[3]
↑De Turken zijn in Marseille weer in de boeien geslagen en verkocht; een aantal van hen is later aangetroffen als galeislaaf aan boord van Florentijnse en Maltese schepen. Zie: Jacobs, M.J.M. (2012), Diplomatieke Betrekkingen tussen De Republiek en het Ottomaanse Rijk 1612-1629, De rol van handel, slavernij en strategische overwegingen, blz. 14