Aan het eind van de 19e eeuw werd haar coloratuur met een omvang van drie octaven gezien als de opvolger van de fabuleuze stem van "de Zweedse nachtegaal" Jenny Lind. In de pers werd Sigrid Arnoldson hoopvol "de nieuwe Zweedse nachtegaal" genoemd, maar haar stem was zwakker.[1][2]
Zij debuteerde in 1885 in Praag als Rosina in Gioachino Rossini's De barbier van Sevilla. Franz Liszt voorspelde haar een "grote toekomst"[3] en Rosina werd haar lievelingsrol. In 1886 trad zij in deze rol op in Moskou. Het Londense debuut volgde in 1887. Zij won de harten van het publiek, niet in het minst door haar bevallige toneelspel.[4][5]
Afgezien van een slecht ontvangen Zerlina in Don Giovanni in 1887[6] verliep haar carrière voorspoedig. Ze werd door het Royal Opera House in Covent Garden geëngageerd. In 1890 gaf ze in Amerika 60 concerten voor 250.000 Zwitserse frank.
↑"Young, pretty, and of engaging manner, with a good voice and method, and considerable talent as an actress" en "won public favour with the greatest of ease".