Sakiachtigen zijn kleine tot middelgrote apen. Soorten verschillen in grootte van de titi's (Callicebus) die 500 tot 750 gram zwaar worden tot de baardsaki's (Chiropotes) die tot 4 kilogram wegen. Ze hebben een dichte, volle vacht, waardoor de dieren steviger lijken dan ze zijn. De vacht is vaak nogal ruig, en verschilt van kleur van zwart, bruin of grijs tot rood en zelfs wit. Enkele soorten hebben een onbehaard gezicht. Ze hebben geen grijpstaart, maar de staart dient om de balans te houden. De oeakari's hebben zelfs een vrij korte, stompe staart.
Verspreiding en leefgebied
Sakiachtigen komen voor in het noorden en midden van Zuid-Amerika, ten oosten van de Andes. Ze leven voornamelijk in bossen en zijn uitgesproken boombewoners. Het zijn over het algemeen uitgesproken dagdieren. De sakiachtigen leven voornamelijk in groepsverband.
↑Groves, C.P. (2005). "Order Primates". In Wilson, D.E.; Reeder, D.M (eds.) Mammal Species of the World: A Taxonomic and Geographic Reference (3rd ed.). Johns Hopkins University Press. pp. 141-148. ISBN 978-0-8018-8221-0.