Pinturicchio (Perugia, circa 1454 - Siena, 11 december1513) was een Italiaansekunstschilder. Zijn eigen naam was Bernardino Betti of Bernardino di Betto di Baggio, maar hij kreeg de bijnaam Pinturicchio omdat hij klein van gestalte was: schildertje.
Hij ontwikkelde een stijl die overeenstemt met die van Perugino. Deze schilder had gevraagd of Pinturicchio mee wilde werken aan de fresco's die Perugino schilderde in de Sixtijnse Kapel in het Vaticaan. Samen schilderden zij verschillende scènes in de kapel. Pinturicchio specialiseerde zich verder in het frescoschilderen en ontwikkelde een speciaal talent wat betreft het verhalende aspect van zijn fresco´s. Zijn stijl viel in de smaak bij zijn tijdgenoten en opdrachtgevers, waaronder de pausen Sixtus IV, Alexander VI en Pius III. Giorgio Vasari (1511-1574) noemt hem daarentegen een oppervlakkige decoratieve schilder. Maar Pinturicchio schilderde in 1497 een van de eerste series fresco's die historische gebeurtenissen weergeven in het Castello de Sant'Angelo. Zo getuigde hij van de belangrijkste politieke gebeurtenissen van zijn tijd.
Kort nadat de fresco's van de Sixtijnse kapel gereed waren gekomen, ging Pinturicchio zelfstandig verder. De jurist Niccoló di Manno Buffalini bezorgde hem een opdracht voor een schildering in de kerk van Santa Maria in Aracoeli in Rome.
Aan het einde van zijn carrière, in 1507, schilderde hij in opdracht van kardinaal Francesco Todeschini-Piccolomini, later paus Pius III, de fresco's van de bibliotheek van de kathedraal van Siena. Deze fresco's in de kathedraal van Siena beschrijven de levensloop van Enea Silvio Bartolomeo Piccolomini, oftewel paus Pius II.
Hij schilderde de fresco´s in een zuilengalerij, zodat er een ruimtelijk effect werd verkregen, een effect dat trouwens eerder was toegepast door Masaccio in zijn voorstelling van de heilige Drie-eenheid.