Paul Verhuyck (Antwerpen, 27 augustus 1940 - Graauw, 26 september 2018) was een Vlaamse schrijver, woonachtig in Nederland.
Paul Verhuyck studeerde van 1958 tot 1962 Romaanse filologie aan de Rijksuniversiteit Gent. Hij werkte onder meer als docent Frans aan de Hogeschool voor Vertalers & Tolken in Antwerpen. Daarna vertrok hij naar Nederland, waar hij gedurende 27 jaar - van 1972 tot 1999 - als universitair hoofddocent aan de Rijksuniversiteit Leiden verbonden was en oudere Franse en Occitaanse literatuur doceerde. In Leiden promoveerde hij in 1977 op het proefschrift La Bible de Macé de la Charité, II, Lévitique, Nombres, Deutéronome, Josué, Juges (promotor Jean-Robert Smeets).
Paul Verhuyck woonde in Graauw, Zeeuws-Vlaanderen, met zijn echtgenote Corine Kisling. Hij was de broer van Luc Verhuyck, die boeken schreef over Rome, Florence, Venetië en Napels.
Paul Verhuyck publiceerde tien romans en twaalf verhalen. Hier worden alleen de romans vermeld.
In samenwerking met Corine Kisling publiceerde hij de volgende romans onder de auteursnaam "Kisling & Verhuyck":
De vier romans van Kisling&Verhuyck spelen zich af in het heden, zijn dus geen historische romans, maar gaan wel terug op een eeuwenoude gebeurtenis, die nog doorwerkt in het heden als een 'cold case'. De vier romans zijn geschreven in een T-format, d.w.z. met de horizontale streep voor de plot in het heden, en de verticale voor de (literair-)historische gebeurtenissen die doorwerken. In Het leugenverhaal zijn dit de middeleeuwse Reynaert en de graal. In Kwelgeest is het de oudste Tijl Uilenspiegel van rond 1500. In De duim van Alva de Spaanse bezetting van Antwerpen in de zestiende eeuw; en in Zwarte kant Marie-Antoinette in het Frankrijk van de achttiende eeuw.
Alle romans zijn uitgegeven bij Uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam, tenzij anders vermeld.
Verhuyck publiceerde een aantal wetenschappelijke studies op zijn vakgebied: veertien boeken (waarvan zes in het Frans) en zevenenvijftig artikelen (waarvan negenentwintig in het Frans). Hieronder worden alleen de boeken vermeld.
Naast de uitgave van bovenvermeld proefschrift (1977):
Paul Verhuyck publiceerde met name een aantal artikelen over de vijftiende-eeuwse Franse dichter François Villon. De tekst van de twee belangrijkste vondsten staat op zijn persoonlijke website.[1]
In “Villon et les neiges d'antan” (1989/1993) toonde hij aan dat François Villon in de Ballade des dames du temps jadis oftewel Ballade des Neiges d'antan hoogstwaarschijnlijk sneeuwpoppen heeft beschreven.[2]
In het hogervermelde boek Sermon joyeux et Truanderie, Villon-Nemo-Ulespiègle (1987), bespreken Paul Verhuyck en Jelle Koopmans het tot dan toe onbekende verband tussen de Ballade de l'Appel van François Villon en het Sermon joyeux de saint Belin, beide uit januari 1463.[3]
Verhuyck publiceerde journalistieke bijdragen over literatuur in de Gazet van Antwerpen (1965-1969), K.C.L.B.-Boekengids (1980-1993), Nieuw Wereldtijdschrift (1994-1998), De Standaard, Standaard der Letteren (1998-2004) en De Tijd (olim Financieel-Economische Tijd; 2003-2005).
Lokasi Pengunjung: 18.116.8.130