De werkelijke naam van Villon was François de Montcorbier, maar ook de naam François de Loges wordt in documenten, gerelateerd aan Villon genoemd. Zelf gebruikte hij uitsluitend de naam Villon, die hij van zijn voogd, Guillaume de Villon, had aangenomen. Laatstgenoemde nam de jonge François in huis, na het overlijden van zijn vader. Zijn analfabete moeder leefde echter nog toen Villon de dertig reeds gepasseerd was. Guillaume de Villon was kapelaan van Saint-Benoit-le-Bestourne, een kerk in het Quartier Latin in Parijs, en tevens docent canoniek recht. François Villon studeerde aan de faculteit der artes liberales, aan de Universiteit van Parijs. Hij rondde zijn studie in 1452 af, en werd vervolgens waarschijnlijk klerk op een notariskantoor.
In 1455 ontvluchtte Villon Parijs, nadat hij op het amoureuze pad een concurrent had verwond, een priester, die de volgende dag stierf. Villon kreeg gratie en mocht terugkomen. Eind 1456, na het plegen van een inbraak in het College van Navarra, verliet hij Parijs opnieuw.
Rond 1460 was hij in dienst van Charles d'Orléans. Hij kwam, wegens een diefstal uit de kathedraal, in de kerker van het bisschoppelijk paleis in Meung-sur-Loire terecht. Koning Lodewijk XI verleende hem echter gratie. In 1462 was hij terug in Parijs, maar na allerlei verwikkelingen werd hij uit de stad verbannen.
De bekendste werken van Villon zijn voornamelijk autobiografisch. Hij schreef Testaments en Ballade des pendus mogelijk in de gevangenis. Zijn dichtregel
In 1462 schreef Villon in de cel zijn eigen grafschrift, in de vorm van een kwatrijn, toen de doodstraf (die uiteindelijk werd omgezet in verbanning) hem boven het hoofd hing:
(fr) Œuvres de François Villon. Le lais, le testament et ses ballades. 's-Gravenhage, Kunera Pers, 1926 [gedrukt door Jean François van Royen].
(fr) Les oeuvres de Françoys Villon. Les lais. Le testament. Poésies diverses. Le jargon. Maestricht, The Halcyon Press, 1929 [gedrukt door A.A.M. Stols].
(fr) Les oeuvres de Françoys Villon. Les lais. Le testament. Poésies diverses. Le jargon. Amsterdam, 1945 [gedrukt door A.A. Balkema].
Literatuur
Vertalingen
K.J.A. Janson, vertaald en ingeleid: François Villon, Het testament van Villon. Amsterdam, 1945
Bert Decorte, vertaler: Balladen van Villon. Amsterdam, 1948
Ernst van Altena, vertaler: Ik ben François wiens naam zo bont is. Balladen van François Villon. Tricht, 1986.
Wim De Cock, vertaler en illustrator: Françoys Villon. 1431 - 1463..... Leuven, 1998.
Ernst van Altena, Gedichten. [Doesburg], 2016.
Studies
(fr) P. Champion. François Villon, sa vie et son temps, 1933. Parijs, 2 delen
(fr) I. Siciliano. François Villon et les thèmes poétiques du moyen âge, 1934.
P.M. Maas. François Villon: rover, moordenaar en dichter, 1961. Utrecht en Antwerpen
(fr) J. Dufournet. Recherches sur le Testament de François Villon, 1971-1973. Parijs, 2 delen
(fr) J. Dufournet. Nouvelles recherches sur Villon, 1980. Parijs
(fr) J. Dufournet. Dernières recherches sur Villon, 2008. Parijs