Mendonk is een kanaaldorp met een heel oude geschiedenis. De naam Mendonk wijst op een Merovingische oorsprong, die in 694 als Medmedung wordt vermeld. Die naam is een samentrekking van het Germaanse 'miduma', wat middelste betekent, en het Germaanse 'dunga', dat staat voor zanderige hoogte nabij een moeras.[1] Mendonk is inderdaad gelegen te midden van andere donken in de buurt van Gent.[2] Tot de 16e eeuw behoorde Mendonk tot de bezittingen van de Sint-Baafsabdij, later in de 16e eeuw van het bisdom Gent. In 1965 werd Mendonk gefusioneerd, deels met Gent en deels met Wachtebeke.[3]
Tegenover de Sint-Baafskerk staat een schandpaal die men in 1868 opgroef naast de kerk. Het wapenschild boven op de schandpaal verwijst naar monseigneur Govaart Geeraard van Eersel, bisschop van Gent van 1772 tot 1778 en heer van Mendonk.
Demografische ontwikkeling
Bronnen:NIS, Opm:1831 tot en met 1961=volkstellingen; 1964 = inwoneraantal op 31 december
Mendonk en zijn keersluis worden vermeld in de Bakelandtstrips. In nummer 17, "In het Spoor van Brown Bess", reizen Bakelandt en zijn vrienden langs het rabot.