Jan Woronicz was een telg van het Poolse heraldische clan Herburt. Hij werd door de Jezuïeten in Ostrog onderwezen en sloot zich aan bij de orde. Woronicz werd na zijn studie door de bisschop van Warschau aangenomen als zijn secretaris.[2] Voordat hij tot bisschop verheven werd was hij pastoor in Kazimierz.[3]
Hij had in 1806 een zetel in de Izba Najwyższa Wojenna i Administracji Publicznej (Opperste Raad van Oorlog en Openbaar Bestuur) in Warschau.[4]
Woronicz bekleedde tegelijkertijd de bisschopsambt van Krakau en het aartsbisschop van Warschau.[5]
De aartsbisschop liet zijn paleis aan Franciszkanska-straat in Krakau renoveren.[1]
Jan Woronicz is op eigen verzoek in de Wawelkathedraal begraven. De begrafenisceremonie wordt omschreven als de "belichaming van nationale idealen". Zo werd zijn hart een tijd lang in een koperen urn naast de tombe van Jan III Sobieski gehouden.[5]