Het type onderwijs dat in een hogeschool wordt georganiseerd is in Nederland en België verschillend.
In Nederland is een hogeschool een school voor uitsluitend hoger beroepsonderwijs. Vanouds waren de termen "hogeschool" en "universiteit" min of meer inwisselbaar: tot in de negentiende eeuw werd de Universiteit Leiden aangeduid als de "Hogeschool te Leiden". Tot halverwege de jaren 1980-90 was de naam "hogeschool" voorbehouden aan instellingen voor hoger onderwijs die op universitair niveau functioneerden, maar niet het (volledige) aanbod van de "klassieke", brede universiteiten hadden. Zij waren doorgaans gespecialiseerd in een bepaald vakgebied (technische hogeschool, landbouwhogeschool, economische hogeschool). Daarna werden deze instellingen "universiteit" genoemd, en kwam de term "hogeschool" in zwang voor instellingen voor hoger beroepsonderwijs. Voor technische richtingen (bijvoorbeeld: elektrotechniek, autotechniek, vliegtuigtechniek, weg/waterbouw) is een Hogeschool min of meer te vergelijken met de vroegere hogere technische school of HTS.
In Vlaanderen is een hogeschool een school voor alle vormen van hoger onderwijs buiten de universiteit. Hogescholen bieden graduaten, professionele bachelors en academische bachelors en masters in de kunsten en de maritieme wetenschappen aan.
Onderzoek
Vanaf circa 2001 verrichten de Nederlandse hogescholen naast onderwijs ook onderzoek. Het betreft praktijkgericht onderzoek dat zich onderscheidt van het meer fundamentele onderzoek dat aan de universiteiten wordt uitgevoerd. Het onderzoek op een hogeschool wordt uitgevoerd binnen een lectoraat dat onder leiding staat van een lector.
Ook de hogescholen in de Vlaamse hogescholen doen aan praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek en academisch onderzoek in de kunsten en de maritieme wetenschappen. De hogescholen werken voor het academisch onderwijs samen met een universiteit.
Wel en geen academisering
Sedert schooljaar 2012-2013 zijn de masteropleidingen van de Vlaamse hogescholen overgeheveld naar de universiteiten, en daarmee ook het (toegepast) wetenschappelijk onderzoek. Sindsdien leveren hogescholen alleen nog professionele bachelordiploma's af, graduaatsdiploma's en academische bachelor- en masterdiploma's in de kunsten en de maritieme wetenschappen af.
In Nederland kan sinds de invoering van de bachelor-masterstructuur aan de hogescholen een graad worden behaald van bachelor en master. In 2007 heeft de wet mogelijk gemaakt dat daarnaast de graad van Associate degree kan worden behaald in het Nederlandse hoger beroepsonderwijs.[1]
Een in het Nederlandse hoger beroepsonderwijs behaalde mastergraad kan toelating geven tot de promotie, die leidt tot de graad van doctor. Promoties op een hogeschool vinden tegenwoordig doorgaans alleen plaats in samenwerking met en aan een universiteit. Wel is is er de Pilot Professional Doctorate die in 2023 is gestart en waarin het hbo mensen na hun master bekwaamt in het verrichten van praktijkgericht onderzoek. Er is (nog) geen offciele graad verbonden aan deze experimentele opleiding.
Een hogeschool is in Nederland toegankelijk wanneer men minimaal een mbo niveau 4- of havo-diploma in het bezit heeft.
Hogescholen in Nederland kunnen worden erkend door het Nederlandse Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Een hogeschool kan 'bekostigd' of 'aangewezen' zijn. In het eerste geval ontvangt de hogeschool financiering van de overheid, voor de andere houdt de registratie slechts erkenning in. De lijst met bekostigde hogescholen is als bijlage opgenomen in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW).
Alle erkende opleidingen dienen volgens de WHW geregistreerd te staan in het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs (CROHO). Hierbij wordt aangegeven of de opleiding 'bekostigd' of 'aangewezen' is. Er is een verschil tussen de status van de hogeschool en de opleiding. Het is daarom mogelijk dat een aangewezen opleiding geregistreerd staat bij een bekostigde hogeschool.
Door de Nederlandse overheid bekostigde hogescholen
Alle bekostigde hogescholen zijn lid van de Vereniging Hogescholen, de vereniging van hogescholen in Nederland.
Aeres Groep (Ede, Dronten, Almere, 's-Hertogenbosch)
Hieronder staan de 23 hogescholen in Vlaanderen die in 2009 erkend waren bij de Vlaamse overheid (Departement Onderwijs en Vorming) als hogeschool. Veel van deze hogescholen zijn in 1995-1996 ontstaan door fusie en samenvoeging van voorheen een veel groter aantal afzonderlijke hogescholen, zoals conservatoria, normaalscholen, verpleegstersscholen, scholen voor industrieel ingenieurs, tolken, handelshogescholen, sociale hogescholen, technische hogescholen, landbouwhogescholen etc.
Vanaf 2009-2010 kwam er een tweede grote fusieronde op gang.
Vanaf 2012-2013 worden de masteropleidingen aan de hogeschool overgedragen aan de universiteit van de associatie waartoe de hogeschool behoort (met uitzonderingen van de masteropleidingen in de kunsten en de maritieme wetenschappen), academisering genoemd. Omdat daardoor deze masteropleidingen qua studentenaantallen bij de universiteiten worden gerekend, en niet meer bij de hogescholen, worden sommige hogescholen te klein, en zoeken ze een fusiepartner.
Zo werden de Katholieke Hogeschool Kempen, het Lessius Mechelen en de Lessius Hogeschool samen de Hogeschool Thomas More. Lessius Mechelen was hiervoor al ontstaan uit de Katholieke Hogeschool Mechelen en Instituut De Nayer.
In 2016 fuseren de Katholieke Hogeschool Leuven, de Katholieke Hogeschool Limburg en de restanten van Groep T tot UC Leuven-Limburg.
De Hogeschool-Universiteit Brussel en Katholieke Hogeschool Sint-Lieven fuseerden op 1 januari 2014. Vanaf september 2014 wordt de nieuwe naam Odisee aangenomen.
Tegelijk moedigt het subsidiebeleid de afbouw aan van "dubbels" in de opleidingen die (geografisch) dicht bij elkaar liggen. Ook de interne staatshervorming van de Vlaamse Regering duwt in dezelfde richting, aangezien die aandringt op het terugschroeven van de (onderwijs)bevoegdheid van de provincies. Door bovenstaande evoluties is het aantal hogescholen van 23 in 2009 teruggebracht zijn tot 13 in 2014.
Enkele hogescholen in het Vlaamse en Brusselse landsgedeelte worden niet erkend door de overheid, doch bieden op zowel bachelor- als masterniveau opleidingen aan die voornamelijk in het Engels doorgaan.
Een dergelijk college is een instituut voor hoger onderwijs dat geaccrediteerd is om academischegraden te verlenen. Sinds de academisering zijn echter in Vlaanderen en Nederland enkel de universiteiten geaccrediteerd om een academische graad te verlenen.
Onder de term college worden uiteenlopende onderwijsniveaus gerubriceerd. Zo kan het gaan om een liberal arts college voor academisch onderwijs aan een universiteit als Harvard, maar ook om een community college voor beroepsonderwijs en praktisch gerichte opleidingen.
Een high school in de Verenigde Staten is iets anders dan een hogeschool. Hier gaat het om een onderwijsinstelling voor secundair onderwijs.
Duitsland
In Duitsland is Hochschule de verzamelnaam voor Universitäten en Fachhochschulen. Naar een universiteit mag men normaliter alleen met een Abitur, het diploma van een Gymnasium (ook te krijgen op een Gesamtschule). Een Fachhochschule (FH) is wat in het Engels university of applied science heet: een hogere school met meer op de praktijk gerichte studies. Voor toelating tot een FH is de Fachhochschulreife nodig.
Een Technische Hochschule heeft een universitair niveau, maar de meeste van deze instellingen zijn inmiddels naar Technische Universität hernoemd.
Oostenrijk
Oostenrijk kent naast universiteiten een stelsel van Fachhochschulen voor niet-universitair toegepast hoger onderwijs.