De school werd in 1926 opgericht door Henry Van de Velde als Institut supérieur des arts décoratifs / Nationale Hoogere School voor Sierkunst. Hij werkte daarvoor in de lijn van een kunstschool in Weimar, die hij begin 20e eeuw opstartte, maar die door oorlogsomstandigheden niet van de grond kwam. Niettemin werd daar de kiem van het latere Bauhaus gelegd. In België kreeg hij steun van de progressieve minister van Wetenschappen en Schone Kunsten, Camille Huysmans, maar ook wat tegenstand van de traditionele kunstacademies. Hij zocht van bij de aanvang een verscheidenheid van leerkrachten, om een open en pluriforme opleiding te bieden. Kenmerkend voor die open geest was ook dat de school als eerste in België vrouwelijke studenten toeliet tot een hogere kunstopleiding. De doorbraak kwam er bij het grote publiek na de eerste tentoonstelling van de werken van de afgestudeerden in het Paleis voor Schone Kunsten te Brussel in 1931.
Directie
Na zijn vertrek werd de school achtereenvolgens geleid door:
Naast de traditionele opleidingen in de plastische kunsten (beeldhouwen, illustratie,...), kwam er na de Tweede Wereldoorlog al snel een afdeling fotografie bij, en in 1954 een opleiding in industrieel ontwerpen, als eerste in België. In 1980, samen met de overheveling naar de gemeenschappen, werd de architectuuropleiding losgekoppeld en ondergebracht in het Flageygebouw. In de plaats daarvan kwamen onder meer de afstudeerrichtingen modeontwerp en stedenbouw.
Huidige organisatie (2009-2010)
De school biedt 18 "opties" op het niveau Master aan. Sommige zijn afzonderlijke studierichtingen, andere een keuzemogelijkheid binnen meerdere studiemogelijkheid, als een soort "cross-over" tussen disciplines, geheel in de geest van Henry Van de Velde, om starre disciplines te overstijgen: